Inflatie CPI indexcijfers

INFLATIE

1 / 19

Slide 1: Slide

EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Lesson duration is: 15 min

Items in this lesson

INFLATIE

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is koopkracht?

Hoeveel geld je hebt.

De hoeveelheid producten die je kunt kopen.

Hoeveel spaargeld je hebt

Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Slide 3 - Quiz

Nominaal inkomen stijgt 2%
Inflatie is 2,2%
Reële inkomen veranderd

+2%

+0,2+

-0,2%

+2,2%

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Rente stijgt

Inflatie stijgt

Consumenten sparen meer

Consumneten geven minder geld uit

Inflatie daalt

Consumneten geven meer geld uit

Consumenten sparen minder

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Zelfstandig werken

Gebruik It's Learning:

Planner
Video's en Quizlet
Lessen terugkijken via LessonUp

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Uitgaven 2016: € 450 p/mnd
Uitgaven 2017: € 570 p/mnd
2016 is basisjaar. Indexcijfer 2017? Heel getal!

Slide 13 - Open question

Indexcijfers

Slide 14 - Slide

Indexcijfer

Een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip.

Dit afgesproken tijdstip noem het het basisjaar en krijgt het indexcijfer 100.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

consumentenprijsindex

Stappen om het cpi te berekenen:

Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.

Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.

Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen

Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.

Slide 18 - Slide

Afsluiting van de les