Les 1: Verhalen en genres (HV1, M2)

Welkom bij Nederlands :)
Binnen = beginnen!
  • Ga bij je leesclub zitten
  • Tas op de grond
  • Zelfstandig en in stilte lezen in je boek!
timer
10:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands :)
Binnen = beginnen!
  • Ga bij je leesclub zitten
  • Tas op de grond
  • Zelfstandig en in stilte lezen in je boek!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Terugblik
Vorige les
  • Uitleg leesclubs
  • Maken checklist

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Uitleg verhalen en genres
  • Aan de slag

Aan het einde van deze les...
... leg ik uit wat een genre is.
... leg ik het verschil tussen fictie en non-fictie uit.
... leg ik het verschil tussen realistisch en niet-realistisch uit.

Slide 3 - Slide

Wat weet je al?
  • Maak de startopdracht op p.6.
  • We bespreken de opdracht over 3 minuten.
  • Klaar? Lees alvast de theorie over verhalen en genres.
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Genres
  • 'Soort' verhaal, dezelfde kenmerken
  • Avontuur, griezel, psychologisch, sciencefiction, detective, ...
  • Symbolen:

Slide 5 - Slide

Fictie
  • Verzonnen verhalen
  • Doel: amuseren (vermaken)

Realistisch of niet-realistisch?
  • Realistische fictie = had echt kunnen gebeuren
  • Niet-realistische fictie = had niet echt kunnen gebeuren
    (niet-bestaande wezens, magische dingen)

Slide 6 - Slide

Non-fictie
  • Niet-verzonnen verhalen
  • Doel: informeren
  • Bijvoorbeeld: nieuwsbericht, geschiedenisboek

Slide 7 - Slide

Fictie of non-fictie?

Slide 8 - Slide

Aan de slag!






  • Vraag? Steek je vinger op, de docent komt langs.
  • Klaar? Aan de slag met je creatieve product.
Ik wil nog oefenen.
Maak opdracht 1, 3, 5 en 6 (p.7-8)
Ik snap het!
Maak opdracht 2, 4, 5 en 6 (p.7-8)
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Afsluiting
Aan het einde van deze les...
... leg ik uit wat een genre is.
... leg ik het verschil tussen fictie en non-fictie uit.
... leg ik het verschil tussen realistisch en niet-realistisch uit.

Huiswerk
  • 1 ster: maak opdracht 1, 3, 5 en 6 (p.7-8)
  • 2 sterren: maak opdracht 2, 4, 5 en 6 (p.7-8)
  • Zelf nakijken (zie SOM)

Slide 10 - Slide