Door de stijgende temperatuur gaan de moleculen in de rails steeds sneller bewegen en botsen ze harder tegen elkaar. Daardoor nemen ze meer ruimte in en de rails zet uit. Als de rails geen ruimte heeft om rechtuit uit te zetten trekt de rails krom. Dan kan de rails toch langer worden., alleen heeft de trein wat moeite met de nieuwe vorm van de rails.
Slide 2 - Slide
13a
De uitzettingscoëfficient van koper is 16,8·10–6K–1
Slide 3 - Slide
13b
1 m koper zet bij 1°C temperatuurstijging
16,8 · 10–6 m uit. Bij een temperatuurstijging
van 50 °C is dit 50x zo veel.
De uitzetting is dus: 50×16,8·10–6 =8,4·10–4 m.
Slide 4 - Slide
13c
1 m koper zet bij 1 °C temperatuurstijging
16,8 · 10
m uit. 50 m koper zet 50x zo veel uit.
De uitzetting is dus: 50×16,8·10–6 = 8,4·10–4 m.
Slide 5 - Slide
13d
Dit is hetzelfde antwoord als vraag b. Het maakt niet uit of de temperatuur 50x zo hoog wordt of de staaf 50x zo lang is, het levert dezelfde uitzetting op.
Slide 6 - Slide
14
1 m ijzer zet 11,7 · 10–6 m uit bij een temperatuurstijging van 1 °C. Het ijzer is echter uitgezet over een lengte van 2,34 · 10–5 m. Dit is 2,34 · 10–5 / 11,7 · 10–6= 2 maal zo veel.