Werkwoorden met vaste voorzetsels

Werkwoorden met vaste voorzetsels
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Werkwoorden met vaste voorzetsels

Slide 1 - Slide

invloed hebben
A
naar
B
op
C
met
D
van

Slide 2 - Quiz

bezig zijn ...
A
naar
B
op
C
met
D
van

Slide 3 - Quiz

lachen ...
A
om
B
op
C
voor
D
van

Slide 4 - Quiz

tevreden zijn...
A
naar
B
op
C
met
D
voor

Slide 5 - Quiz

waarschuwen...
A
naar
B
op
C
met
D
voor

Slide 6 - Quiz

slagen...
A
naar
B
op
C
met
D
voor

Slide 7 - Quiz

zin hebben ...
A
naar
B
met
C
in
D
voor

Slide 8 - Quiz

trots zijn...
A
in
B
op
C
met
D
aan

Slide 9 - Quiz

sparen ...
A
naar
B
op
C
van
D
voor

Slide 10 - Quiz

houden ...
A
naar
B
op
C
van
D
voor

Slide 11 - Quiz

antwoord geven ...
A
naar
B
op
C
in
D
met

Slide 12 - Quiz

wennen ...
A
aan
B
op
C
van
D
in

Slide 13 - Quiz

trek hebben ...
A
naar
B
op
C
met
D
in

Slide 14 - Quiz

kritiek hebben ...
A
naar
B
op
C
van
D
voor

Slide 15 - Quiz