This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
De Reformatie
paragraaf 5.3
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke kritiek er was op de katholieke kerk
Je begrijpt hoe de kritiek leidde tot een splitsing in de kerk
Je weet hoe het protestantisme werd verspreid
Je begrijpt hoe er strijd tussen katholieken en protestanten ontstond
Slide 2 - Slide
Kritiek op de kerk
In de late middeleeuwen groeide er al kritiek op de kerk (0.a. Erasmus)
Geestelijken waren teveel bezig met politieke macht
Geestelijken leefden niet celibatair
De kerk was (te) rijk
Aflatenhandel
Geloof draaide niet meer om de Bijbel
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Middeleeuwse Sint- Pieter
Huidige Sint- Pieter
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Maarten Luther
Maarten Luther was een Duitse monnik die vond dat het geloof niet meer draaide om wat er in de Bijbel stond. --> 95 stellingen met als doel hervorming.
Gevolg: terechtstelling in de Rijksdag in Worms door Karel V.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Reformatie
Luther weigerde zijn woorden terug te nemen en werd vogelvrij verklaard.
Zijn volgers werden protestanten genoemd.
Hierdoor ontstond er een scheuring in de christelijke kerk.
= Reformatie
Slide 9 - Slide
De Reformatie
paragraaf 5.3
Slide 10 - Slide
Johannes Calvijn
Een andere hervormer, die op twee punten van Luther verschilde.
Predestinatieleer
Positie van de vorst: je mag je tegen de vorst afzetten als hij zich niet juist gedraagt.
Slide 11 - Slide
Protestantisme: kenmerken
Protestantisme gaat uit van de Bijbel als kern van het geloof: sola scriptura.
Sober leven
Geen beeldenverering
Geen heiligen/geestelijken, geen paus
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Godsdienstoorlogen
Door deze splitsing braken er godsdienstoorlogen uit in Europa.
Tachtigjarige Oorlog (Spanje en de Nederlanden)
Frankrijk (hugenoten en katholieken)
Opstanden in staten van het Heilig Roomse Rijk --> gevolg: Vrede van Augsburg (1555): cuius regio, euius religio (=wiens gebied, diens gebed)
zorgde uiteindelijk voor contrareformatie
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Verwerking
Maak de opdrachten over de spotprenten die RGR heeft uitgedeeld
Slide 17 - Slide
Symboliek in de Reformatie
katholiek
protestant
kroon
sobere kledij
tonsuur
gebruik Bijbel
mijter
pracht en praal
veel kleuren
goud
Slide 18 - Slide
Wat staat er in de Vrede van Augsburg?
A
Dat iedere vorst zelf het geloof mag kiezen
B
dat Luther verbannen wordt uit de kerk
C
dat aflatenhandel niet meer mag
D
dat Luther toestemming had de Bijbel in het Duits te vertalen
Slide 19 - Quiz
Paus doet Luther in de Kerkelijke ban
Vrede van Augsburg
Godsdienst-oorlogen breken uit in Heilige Roomsche
Rijk
Karel V doet Luther in de Rijksban
Luther spijkert stellingen op de deur
Slide 20 - Drag question
Bij wie hoort het volgende begrip: predestinatieleer
A
Erasmus
B
Luther
C
Calvijn
Slide 21 - Quiz
Bij wie hoort de volgende stelling: Het volk mag in opstand komen tegen vorst als hij niet handelt volgens de Bijbel
A
Erasmus
B
Luther
C
Calvijn
Slide 22 - Quiz
Bij welke hervormer hoort deze uitspraak?
Wij stellen daarentegen, dat de pauselijke aflaat niet de schuld kan wegnemen van ook maar de geringste vergefelijke zonde.
A
Erasmus
B
Luther
C
Calvijn
Slide 23 - Quiz
De pogingen van Luther om de kerk van binnenuit te zuiveren hadden op de korte termijn alleen onbedoelde gevolgen, maar op de lange termijn de bedoelde gevolgen. Leg dit uit