Formele en informele taal



Formele en informele taal



Schrijven: De e-mail
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson



Formele en informele taal



Schrijven: De e-mail

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesdoel
  • Ik ken het verschil tussen formele en informele taal.
  • Ik kan een formele e-mail schrijven.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is informeel taalgebruik?
  • Taal waarbij je tegen iemand 'je' zegt 
      of bij de voornaam noemt. 
  • Informeel taalgebruik is wat losser, zonder vaste regels en afspraken.


Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je informeel taalgebruik?
  • Als je tegen iemand praat of naar iemand   schrijft en je tekst over alledaagse dingen    gaat.
  • Bij vrienden, bekenden en leeftijdsgenoten.

Slide 6 - Slide

Wat is formeel taalgebruik?
  • Formeel taalgebruik is netjes en
     de toon is beleefd.
  • Je spreekt diegene aan met 'u'.

Slide 7 - Slide

Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
  • Als je tegen iemand praat of naar schrijft die ouder is dan jij is of die jij niet goed kent.
  • Bij een tekst over zakelijke dingen (sollicitatie).
  • Bij een volwassene, een vreemde of de koning.


Slide 8 - Slide

Waar moet ALTIJD een hoofdletter?
A
Aan het eind van de zin
B
Aan het begin van de zin
C
Bij de dagen van de week
D
Bij de maanden

Slide 9 - Quiz

Hoe sluit je een zin af?
A
Alleen met een punt
B
Alleen met een vraagteken
C
Alleen met een komma
D
Met een punt, vraagteken of uitroepteken

Slide 10 - Quiz

Wat vul je ALTIJD in bij het schrijven van een e-mail?
A
Alleen het vakje 'aan'
B
Alleen het vakje 'onderwerp'
C
Alleen het vakje 'CC'
D
Het vakje 'aan' en het vakje 'onderwerp'

Slide 11 - Quiz

Wat betekent formeel?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk

Slide 12 - Quiz

Wat is een goede aanhef voor een formele e-mail?
A
Beste meneer Jansen,
B
Hoi Jansen,
C
Hee Piet,
D
Beste Piet,

Slide 13 - Quiz

Wat is een goede afsluiting in een formele e-mail?
A
Groetjes Iris
B
Met vriendelijke groet, Iris Jansen
C
Kusjes Iris
D
Groeten, Iris

Slide 14 - Quiz