What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
sterke werkwoorden Präsens a-ä / e-i Wechsel
Leerdoelen
Je kunt het sterke werkwoord met a in de stam in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Je kunt het sterke werkwoord met e in de stam in de tegenwoordige tijd gebruiken.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Leerdoelen
Je kunt het sterke werkwoord met a in de stam in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Je kunt het sterke werkwoord met e in de stam in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Slide 1 - Slide
Starke Verben
e/i-Wechsel
a/ä-Wechsel
Slide 2 - Slide
Voorbeeld a/ä
ich fahre
er / sie / es fährt
du fährst
wir fahren
ihr fahrt
sie / Sie fahren
Slide 3 - Slide
Voorbeeld e/i Wechsel
ich spreche sehe
du sprichst siehst
er / sie / es spricht sieht
wir sprechen sehen
ihr sprecht seht
sie /Sie sprechen sehen
Sie
sehen
Slide 4 - Slide
10. e/i Wechsel en a/ä Wechsel vindt plaats:
A
bij sterke èn zwakke werkwoorden
B
bij zwakke werkwoorden met een e of a in de stam
C
in de tegenwoordige tijd en in de voltooide tijd
D
in de tegenwoordige tijd
Slide 5 - Quiz
Bij welke persoonlijke voornaamwoorden vindt e/i-Wechsel en a/ä-Wechsel plaats?
A
ich + du
B
er/sie/es + ihr
C
du + er/sie/es
D
ihr + du
Slide 6 - Quiz
Stappenplan e/i-Wechsel
a/ä - Wechsel
1.Is het werkwoord zwak of sterk?
( a/ä en e/i Wechsel horen bij sterke werkwoorden)
2.du of er/es/sie /es?
( alle andere vormen zijn regelmatig)
Slide 7 - Slide
Ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
en
t
st
e
est
et
a/ä
e/i Wechsel
Slide 8 - Drag question
Ausnahme: kein e/i-Wechsel
Wel een sterk werkwoord met stamklinker e, maar toch
geen
e/i-Wechsel
:
gehen: du gehst, er/es/sie geht, geh!
stehen
bewegen
genesen
heben
Slide 9 - Slide
Ausnahme
geben: du gibst, er / sie / es gibt
nehmen: du nimmst, er / sie / es nimmt
Slide 10 - Slide
Welches Wort bekommt kein e/i wechsel?
A
geben
B
treten
C
gehen
D
nehmen
Slide 11 - Quiz
Goed of fout?
gehen en stehen zijn sterk maar krijgen toch geen e/i Wechsel
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quiz
a/ä und e/i Wechsel
(essen) Was .... du am liebsten?
A
esst
B
isst
C
iesst
Slide 13 - Quiz
a/ä und e/i Wechsel
(gehen) ..... du nach Hause?
A
gehst
B
gihst
C
giehst
D
giest
Slide 14 - Quiz
a/ä und e/i Wechsel
(geben) Warum ....... ihr mir das nicht?
A
gibt
B
giebt
C
gebt
Slide 15 - Quiz
a/ä und e/i Wechsel
(schlafen) Wir ...... immer bis 8 Uhr.
A
schlafen
B
schläfen
C
schlaften
Slide 16 - Quiz
a/ä und e/i Wechsel
(nehmen) ...... du morgen Geld mit?
A
nehmst
B
nihmst
C
niehmst
D
nimmst
Slide 17 - Quiz
a/ä und e/i Wechsel
(fahren) Wohin .... du?
A
fährst
B
fahrst
C
fahrest
Slide 18 - Quiz
a/ä und e/i Wechsel
(lassen) Die Frau ...... den Kaffee fallen.
A
lasst
B
last
C
lässt
Slide 19 - Quiz
a/ä und e/i Wechsel
(lesen) Petra ...... ein spannendes Buch
A
lest
B
list
C
liest
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
sterke werkwoorden Präsens a-ä / e-i Wechsel
May 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
sterke werkwoorden Präsens a-ä / e-i Wechsel
March 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
sterke werkwoorden Präsens a-ä / e-i Wechsel
April 2024
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
sterke werkwoorden Präsens a-ä / e-i Wechsel
September 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Kapitel 3 starke Verben
December 2023
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Kapitel 2 Lektion 4 starke Verben
November 2023
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
HNE duits H3: noch ein bisschen Grammatik + Präsentation
May 2023
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Sterke werkwoorden (a/ä) (e/i/ie)
April 2019
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3