4GT Thema 11 Biotechnologie Hele hoofdstuk

Thema 11 Biotechnologie
Oefenen Hele hoofdstuk
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 11 Biotechnologie
Oefenen Hele hoofdstuk

Slide 1 - Slide

LessonUp: Biotechnologie
Lesdoelen:

Je kunt beschrijven dat bij biotechnologie organismen gebruikt worden om iets te maken.
Je kunt beschrijven dat klassieke biotechnologie gebruik maakt van veredeling.
Je kunt beschrijven dat moderne biotechnologie gebruik maakt van genetische modificatie.

Instructie en inloggen 5min
Lessonup incl. vragen 35min
Afsluiting 5min

Slide 2 - Slide

Wat is biotechnologie
A
Iets maken met bacteriën
B
Iets ontwikkelen met organismen
C
Iets maken met organismen
D
Iets ontwikkelen met bacteriën

Slide 3 - Quiz

Biotechnologie = 
In de biotechnologie houden mensen zich bezig met technieken waarbij organismen worden gebruiken om producten te maken. Bijvoorbeeld kaas, brood of medicijnen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat is klassieke biotechnologie
A
Betere eigenschappen door fokken of veredeling
B
Betere eigenschappen door genetische modificatie
C
Nakomelingen krijgen
D
Genetische modificatie

Slide 6 - Quiz

Leg uit wat veredeling is

Slide 7 - Open question

Klassieke Biotechnologie = 

Wordt al heel lang (eeuwen) gedaan.
Fokken van dieren en het en veredelen (kruisen en selecteren) van planten behoort tot de biotechnologie.

Slide 8 - Slide

Wat is moderne biotechnologie?
A
Betere eigenschappen krijgen door kruisen en selecteren
B
Betere eigenschappen krijgen door genetische modificatie

Slide 9 - Quiz

Moderne Biotechnologie = 

Wordt al heel lang (eeuwen) gedaan.
Fokken van dieren en het en veredelen (kruisen en selecteren) van planten behoort tot de biotechnologie.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Welke cellen hebben geen celwand?
A
plantencel en bacterie
B
plantencel en dierlijke cel
C
schimmelcel
D
dierlijke cel

Slide 13 - Quiz

Welke organismen hebben een celwand?
Schimmel
Bacterie
Dier
Plant

Slide 14 - Drag question

Welke organismen hebben een celmembraan?
Schimmel
Bacterie
Dier
Plant

Slide 15 - Drag question

Jeff kijkt onder de microscoop en ziet cellen met een celkern en een celwand. Kunnen dit bacteriën zijn? En kunnen dit plantencellen zijn?
A
Alleen bacteriën
B
Alleen plantencellen
C
Zowel bacteriën als plantencellen
D
Geen van beide

Slide 16 - Quiz

Welke groep organismen hebben plastiden?

Slide 17 - Open question

Hebben schimmels een vacuole?
A
B

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Waar begint een voedselketen altijd mee?
A
Consument
B
Producent
C
Reducent
D
Konijn

Slide 20 - Quiz

Wat is een consument van de 1e orde?
A
Een beest
B
Een planteter
C
Een alleseter
D
Een vleesteter

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Welke cellen kunnen er voorkomen in lymfevaten?
A
Bacteriën
B
Witte bloedcellen
C
Bacteriën en witte bloedcellen
D
lymfevloeistof

Slide 23 - Quiz

Kan iemand met bloedgroep A-, donorbloed ontvangen van iemand met bloedgroep A+ ? Leg jouw antwoord uit en gebruik de term 'antigenen'

Slide 24 - Open question

Biotechnologie

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Video

Helpt antibiotica tegen virussen?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz

Leg uit wat resistente bacteriën zijn en waarom deze een probleem kunnen opleveren?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Video

Welke cellen maken antistoffen?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
B-lymfocyten
D
Fagocyten

Slide 30 - Quiz


A

Slide 31 - Quiz

Leg uit wat antigenen zijn.

Slide 32 - Open question