b1f week 6 les 2 en 3 lezen

• Nederlands
• Middelbare school

woordenschrift week 6

Stuur mij vanaf nu één keer per week een foto van je woordenschrift. 

Schrijf er steeds het weeknummer duidelijk bij.

Deadline is steeds op vrijdag!

tekstdoel

Een schrijver kent de verschillende redenen/doelen die mensen hebben om te lezen 

en past daar zijn tekst op aan. 

Hij schrijft een tekst met één van de onderstaande 5 tekstdoelen in gedachten:​

​

​

*informeren​

*amuseren​

*uitleg geven​

*overtuigen​

*overhalen

informeren

• Je leest feiten.
• Er staat geen mening in.
• Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek of een handleiding.
  

amuseren

• Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  
• Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.
  

uitleg geven

• Een tekst die geschreven is om iets uit te leggen.
  
• Bijvoorbeeld: recept, stappenplan hoe je een kast van Ikea in elkaar moet zetten.
  

overtuigen

• Je leest de mening van de schrijver.
  
• Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.
  

overhalen

• Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  
• Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, verkiezingsaffiche.
  

tekstdoelen

Welk tekstdoel past bij een strip?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Amuseren
4. Overhalen

Welk tekstdoel past bij een recept?

1. Informeren
2. Overhalen
3. Uitleg geven
4. Amuseren

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Overhalen
4. Amuseren

Welk tekstdoel past bij een betoog?

1. Amuseren
2. Overhalen
3. Uitleg geven
4. Overtuigen