This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
5.1 Licht, schaduw, spiegels
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je legt uit wat een lichtbron is en of deze natuurlijk of kunstmatig is.
Je legt uit wat diffuse terugkaatsing is.
Je tekent de schaduw.
Je kunt de spiegelwet toepassen.
Je tekent het spiegelbeeld en gezichtsveld
Slide 2 - Slide
Directe lichtbronnen
Deze geven zelf licht. Voorbeelden zijn lampen of kaarsen.
Slide 3 - Slide
Indirecte lichtbronnen
Deze weerkaatsen het licht
deels naar je ogen.
B.v.; de maan of andere
voorwerpen die
je ziet door weerkaatsing.
Slide 4 - Slide
Diffuse terugkaatsing
De lichtbundel kaatst naar alle kanten terug.
Slide 5 - Slide
Spiegelende terugkaatsing
Een lichtbundel die uit één richting komt, wordt onder de zelfde hoek teruggekaatst.
Slide 6 - Slide
Schaduw tekenen
Teken de randstralen
en arceer het gebied er tussen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Spiegelwet
Slide 9 - Slide
Spiegelwet
Slide 10 - Slide
Een virtueel beeld v.e. kaars zien.
Slide 11 - Slide
Een teruggekaatste bundel tekenen.
1 Spiegel P; Dit wordt P'
2 De tereggekaatste bundel lijkt uit P' te komen.
Slide 12 - Slide
Zelfstandig werken
Wat? Lees blz. 10 t/m 16 en maak opgave 1 tot en met 10
Hoe? Je mag fluisterend overleggen in je groep.
Tijd? 15 minuten.
Slide 13 - Slide
Controle lesdoelen
Spiegels kaatsen het licht dat erop valt, spiegelend terug.
a Wat is het verschil tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing?
Een spiegelbeeld is een virtueel beeld.
b Wat betekent 'virtueel beeld'?
Slide 14 - Slide
In de figuur is getekend hoe een lichtstraal door een spiegel wordt teruggekaatst.
aHoe heet de stippellijn?
bHoe heet hoek a?
cHoe heet hoek b?
Slide 15 - Slide
Patty wil de punt van haar teen in de spiegel kunnen zien. Dat betekent dat een lichtstraal vanuit L via de spiegel in Patty's ogen terecht moet komen. Teken deze lichtstraal in de figuur.