Bijv gebruikt voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Nederlands

Goedemorgen 2K2,

Start je laptop op en open

LessonUp & Methode Nederlands 

Vandaag:

Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

1. Uitleg voltooid deelwoord

2. Oefenen voltooid deelwoord in LessonUp + methode

3. Uitleg bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

4. Oefenen in methode Nederlands blok 3 

Wat is een voltooid deelwoord?

Vorm van een werkwoord

Het is al geweest

Begint met be, ge, ver

Eindigt op een d, t of en

Voorbeelden

Lopen             Wij zijn naar school gelopen

Fietsen           Wij hebben heel snel gefietst

Lachen           Hier hebben de meiden erg hard om gelachen

Vertellen        Hij heeft ons alles hierover verteld

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iemand iets doet, terwijl hij tegelijkertijd nog iets anders aan het doen is. 

Het is dus nog niet voltooid:

Rillend stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Het onvoltooid deelwoord

- maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.

lachend

fluitend

lopend

knippend

Noteer het voltooid deelwoord van:

vullen De emmer was erg ver .........

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

vullen

Noteer het voltooid deelwoord van:

zagen Hij heeft een mooie kast ...........

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

zagen

Noteer het voltooid deelwoord van:

pakken Zij heeft snel nog een pen .........

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

pakken

Noteer het voltooid deelwoord van:

zitten Wij hebben veel te lang in die les ........

Kort zelf oefenen!

Nederlands methode --> blok 2 --> Spelling

Opdr. 2.9

Klaar? Stil iets voor jezelf op de laptop tot we doorgaan met de les!

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

zitten

Noteer het voltooid deelwoord van:

winnen

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

winnen

Aan de slag 

Maak opdracht 1 'onvoltooide tijd'

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Wij hebben de wedstrijd gewonnen.

De  ..... wedstrijd.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Mats heeft het cadeau ingepakt.

Het  ... cadeau.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

De ... (verbreden) weg.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

De ... (verbranden) hand.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:

De ... (maken) afspraak.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Het ... (bezetten) kasteel werd door het leger ontruimd.

bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (bijvoeglijk naamwoord)

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:

Het ... (bevriezen) water.

Aan de slag 

Nederlands methode ---> blok 3 ---> spelling

Opdracht 3.8

Klaar? Oefenen voor SO! Grammatica blok 1 en 2

Volgende les (morgen)

Laatste keer oefenen voor het SO!

Grammatica blok 1 en 2