Futur Havo 3 mars 2024

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Als je ergens binnenkomt zeg je:

1. Bonjour
2. Au revoir
3. À plus
4. À bientôt!

Hoe zeg je dat iets leuk vindt in het Frans?

1. Je déteste
2. J'aime
3. J'adore
4. Je n'aime pas

Als ik in een restaurant, winkel of hotel in een Franstalig land kom, gebruik ik de ... vorm

1. tu
2. vous

Hoe reageer je als iemand vraagt: Vous avez déjà choisi ?

1. Oui, je voudrais un coca.
2. Non, je regarde encore.
3. Non.
4. Je déteste les boissons.

Hoe zeg je in het Frans dat er een probleem is?

1. Il y a une erreur !
2. Tu as fait une erreur.
3. Il y a un problème.
4. Excusez moi, il y a un problème.

Wat zeg of vraag je als je iemand niet goed hebt verstaan?

1. Je ne sais pas.
2. Ik versta je niet.
3. Pardon, je n'ai pas compris.
4. Pardon, vous voulez répéter, s'il vous plaît?

Wat zeg je als iemand zegt: Je peux vous aider ?

1. Oui, je voudrais des frites, s'il vous plaît.
2. Non, merci. Je regarde un peu.
3. Niets
4. Non, je regarde.

Hoe geef je je bestelling door voor het hoofdgerecht?

1. Comme entrée, je voudrais...
2. Comme plat principal, je voudrais...
3. Comme dessert, je voudrais...

Wat zeg je als je als je graag de rekening wilt zodat je daarna kunt betalen?

1. Je veux le bon.
2. Je voudrais l'addition.
3. L'addition, s'il vous plaît.
4. Voilà 100 euros.

Ik kan eten en drinken bestellen en afrekenen in een restaurant, in het Frans

0100

Programme

1. Futur

2. Chanson Stromae (futur)

3. Révision

De futur...
Waar heb je deze tijd voor nodig?

Futur

FutuR = lateR

Futur

Hele werkwoord + uitgangen: -ai, -as, -a, -ons, -ez, -ont

Let op bij werkwoorden die eindigen op -re (zoals prendre): dan vervalt de laatste -e en dan pas krijg je de uitgangen.

Vertaling: zullen

Ik zal praten / hij zal lopen / wij zullen gaan

Futur - elle - parler

1. Elle parlera
2. Elle parlerai
3. Elle parlait
4. Elle parlerions

Futur - nous - lire

1. Nous lisons
2. Nous lirions
3. Nous lirons
4. Nous lireons

Futur - tu - finir

Futur - onregelmatig

Futurstam bij 4 onregelmatige werkwoorden

Aller = ir-

Avoir = aur-

Être = ser-

Faire = fer-

Futur -je - avoir

1. J'avois
2. J'aurais
3. J'aurai
4. J'ira

Futur - tu - être

1. Tu iras
2. Tu seras
3. Tu sera
4. Tu feras

Futur - il - faire

Une chanson

Écoutez et soulignez les formes de futur

Je serai..........

Révision

Diagnostische toets Unité 2 online maken.

Woordjes leren (memrise)

Lezen oefenen (lingua.com).

Zelf lijstjes maken/elkaar overhoren/flitskaarten maken….etc.