Persoonlijk begeleider Gehandicaptenzorg

Wat weet je al van het onderwerp?
Noem 3 dingen...
1 / 27
next
Slide 1: Mind map
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat weet je al van het onderwerp?
Noem 3 dingen...

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Wat wil je graag weten?
Noem 3 dingen...

Slide 3 - Mind map

Wat weet je nu na deze les?Leerdoelen
-> oriëntatie in de gehandicaptenzorg 
(wat is gehandicaptenzorg / definitie verschillende beperkingen)
-> geschiedenis van de gehandicaptenzorg
-> van intake tot beëindiging ondersteuning (hulpverlening)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat houdt werken in de gehandicaptenzorg in?
A
in relatie staan tot met mensen met een beperking
B
in relatie staan tot mensen
C
werken met het downsyndroom
D
werken met mensen met een lichamelijke beperking

Slide 6 - Quiz

0

Slide 7 - Video

Verstandelijke, lichamelijk en meervoudige beperking
Mensen met chronische ziekte of revaliderende mensen

In de gehandicaptenzorg krijg je te maken met mensen die een beperking hebben. Gehandicaptenzorg’ is een verzamelterm. 

Het gaat om zorg, begeleiding en opvang op het gebied van wonen, werk, dagbesteding en onderwijs voor mensen met een lichamelijke beperking, een verstandelijke beperking en een meervoudige beperking

Slide 8 - Slide

Voor mensen met een verstandelijke beperking zijn veel benamingen in omloop, zoals ‘geestelijk gehandicapt’, ‘zwakzinnig’ en ‘mentaal geretardeerd’. Deze termen zijn gelukkig verouderd, maar je kunt ze nog tegenkomen.

Vraag; Wat is de juiste term;?
Wat denk jij? Vul het hieronder eens in?

Slide 9 - Open question

Deze term maakt duidelijk dat:
het om gewone mensen gaat, net als ieder ander; 

de cliënt een beperking heeft (hij is het niet!); 

er sprake is van een probleem bij het intellectuele functioneren.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Bij een verstandelijke beperking is sprake van;
->  duidelijke beperkingen in het intellectuele functioneren en aanpassingsvermogen

Bij een beperking in het aanpassingsvermogen;
-> kan de cliënt niet handelen naar de normen die horen bij zijn leeftijd

Het gaat om normen op het gebied van;
-> sociale vaardigheden
-> verantwoordelijkheden
-> communicatie
-> onafhankelijkheid
-> zelfredzaamheid

De beperkingen treden op vóór de leeftijd van achttien jaar.

Slide 12 - Slide

Wat weet jij al over het Down syndroom?
Noem drie voorbeelden..

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide

Specifieke syndromen
In de gehandicaptenzorg kun je ook te maken krijgen met cliënten met een specifiek syndroom
De bekendste is het syndroom van Down
Mensen die hetzelfde syndroom hebben, kunnen op elkaar lijken maar zijn niet hetzelfde. Ook al vallen de overeenkomsten op, de onderlinge verschillen zijn groter

Slide 15 - Slide

Mensen met een licht verstandelijk beperking en een gedragsstoornis hebben speciale aandacht nodig.
De gedragsstoornis kan groot of klein zijn. De afkorting voor een grote gedragsstoornis is...?

Wat denk jij?
A
SGLVG; sterk gelovige leerzame verstandelijke gehandicapten
B
Down syndroom
C
MLVBG; Mensen met een lichte vorm van verstandelijke beperking met een goed IQ
D
SGLVG: sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten

Slide 16 - Quiz

Uitleg antwoord;
Mensen met een licht verstandelijk beperking en een gedragsstoornis hebben speciale aandacht nodig

De gedragsstoornis kan groot of klein zijn. De afkorting voor een grote gedragsstoornis is SGLVG: sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten

Deze doelgroep heeft allerlei problemen bijvoorbeeld;  
->  (crimineel gedrag -> verslaving -> psychiatrische stoornissen en/of persoonlijkheidsstoornissen
Dat ze óók een verstandelijke beperking hebben, zien instanties en begeleiders vaak veel te laat!!

Slide 17 - Slide

In de gehandicaptenzorg kun je ook te maken krijgen met mensen met een meervoudige beperking.

Welke cliënt behoord tot deze doelgroep? Welke is juist?
A
Blinde cliënt
B
Dove cliënt
C
Doofblinde cliënt
D
Manke cliënt

Slide 18 - Quiz

Mensen met een meervoudige beperking
Cliënten met een zeer ernstige verstandelijke, motorische én visueel/auditieve beperking, duid je aan als ‘mensen met een ernstige meervoudige beperking’ (EMB)

In de gehandicaptenzorg kun je ook de afkorting ZEVMB tegenkomen.
Mensen met ZEVMB hebben zowel (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen als (zeer) ernstige motorische beperkingen

Specifieke problemen bij deze cliënten zijn problemen met;
->  alertheid -> gedragsproblemen -> communicatieproblemen -> problemen met sociale contacten

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Mensen met een lichamelijke beperking

Bij een beperking op lichamelijk gebied kan het gaan om allerlei vormen van beperkingen

Een lichamelijke beperking kan aangeboren of pas later verkregen zijn

Slide 21 - Slide

Noem eens 3 vormen van lichamelijke beperkingen?

Slide 22 - Mind map

Uitleg antwoorden;
-> motorische beperkingen

-> zintuiglijke beperkingen

-> orgaanbeperkingen

-> bewustzijnsstoornissen (coma, epilepsie)

-> niet-aangeboren hersenletsel (CVA bijvoorbeeld)

-> spraak- en/of taalstoornissen

Slide 23 - Slide

Lichamelijke beperkingen kun je op verschillende manieren onderverdelen;
-> de eerste indeling is kijken naar de aard van de beperking
-> een tweede indeling is  naar de oorzaak van de beperking: er zijn aangeboren en niet-aangeboren beperkingen
-> een derde indeling is die in zichtbare en onzichtbare beperking

Slide 24 - Slide

Progressieve en niet-progressief verlopende beperkingen
Bij veel beperkingen is sprake van een duidelijke situatie->  niet-progressieve beperking

Daarnaast kent een aantal stoornissen en beperkingen een progressief verloop -> voortdurend is er lichamelijke en/of cognitieve achteruitgang
De snelheid van deze progressie kan sterk verschillen. Een cliënt met een progressieve aandoening wordt steeds geconfronteerd met lichaamsfuncties die minder worden of uitvallen. Dit maakt de acceptatie extra moeilijk. De cliënt ziet zich telkens geconfronteerd met een nieuwe situatie waarin hij minder mogelijkheden heeft. De onvoorspelbaarheid van de achteruitgang kan onzekerheid en onmacht oproepen.

Slide 25 - Slide

Welke ziekte is een niet progressieve beperking?
A
Reuma
B
Spastisch
C
Fybromyalgie
D
Dystrofie

Slide 26 - Quiz

Wat is volgens jullie zelfredzaamheid? En waarom is het zo belangrijk?
Schijf eens op....

Slide 27 - Open question