- Hoe maak je de tegenwoordige tijd (
présent) van de werkwoorden op -er / -re / -ir?
- Hoe maak je de voltooid tegenwoordige tijd (passé composé) van de werkwoorden op -er / -re / -ir?
- Wat is er aan de hand met de werkwoorden avoir/être/faire/prendre in de passé composé?