Engelse Leenwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Engelse Leenwoorden

Engelse leenwoorden

Franse leenwoorden

Engelse en Franse leenwoorden zoals ''salon'' en ''shirt'' krijgen in het meervoud een .................

1. -s
2. -'s

Wat is een voorbeeld van taalverandering door Engelse leenwoorden?

1. Eten, drinken
2. Lopen, fietsen
3. Zwemmen, schaatsen
4. Appen, chillen

Wat gebeurt er met de uitspraak van Engelse leenwoorden in het Nederlands?

1. De uitspraak wordt aangepast aan de Nederlandse klanken
2. De uitspraak blijft hetzelfde
3. De uitspraak wordt verwijderd
4. De uitspraak wordt verengelst

Welk woord is een leenwoord?

1. toetje
2. cadeau
3. vlieg
4. vijgen

Wat is een voorbeeld van een leenwoord uit het Frans?

1. patat {of friet :-)}
2. cadeau
3. management
4. marketing

Welk woord is een leenwoord?

1. knop
2. tissue
3. cadeau
4. raam

Het woord 'ambulance' is een leenwoord en komt uit het

1. Duits
2. Engels
3. Frans
4. Arabisch

Welk woord is een leenwoord?

1. appel
2. computer
3. jas
4. tafel

Surprises is een Frans leenwoord en betekent in het Nederlands:

1. cadeautje rondom Sinterklaas
2. verrassing van Sinterklaas
3. knutselwerk voor Sinterklaas
4. een verrassend cadeau, dat zeer ingenieus en verrassend is verpakt

Welk leenwoord gebruik je voor een: klein, langwerpig broodje?

1. croissant
2. pistolet
3. crêpe
4. baguette

Welk leenwoord gebruiken we voor een mouwloze jas?

1. cape
2. polo
3. bodywarmer
4. hoody

Welk leenwoord gebruiken we voor een voetbalvandaal?

1. een keeper
2. een hooligan
3. een goal
4. een international

Welk leenwoord is correct gespeld?

1. part timer
2. partimer
3. parttimer
4. parttimmer

Ik kan leenwoorden goed herkennen.

😒🙁😐🙂😃