K4, T8, paragraaf 5, Bestuiving, bevruchting en verspreiding

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3,4

Planten

Thema 8, 4 kader

Thema 8, paragraaf 5

Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Leerdoelen

8.5.1 Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen.

8.5.2 Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden.

8.5.3 Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de zaden worden verspreid.

In deze les:

• Controle huiswerk
• Begrippentoets paragraaf 5 en 6
• Instructie paragraaf 5

Controle huiswerk

• Rode opdrachten nog een keer maken
• Samenvattings-opdracht in schrift?

Begrippen toets

paragraaf 5 en 6

Wat is de kiem?

1. De bevruchte en gedeelde stempel
2. De bevruchte en gedeelde stuifmeelkorrel
3. De bevruchte en gedeelde eicel
4. De eicel die zich deelt.

Wat is bestuiving?

1. Dat er een stuifmeelkorrel op de stempel komt
2. Dat de eicel wordt bevrucht
3. het zaadbeginsel wordt bevrucht
4. Dat er een stuifmeelkorrel op de stempel van een plant van dezelfde soort komt

Wortelharen zijn .........

1. stevig en dik
2. klein en kwetsbaar
3. smal en dik
4. groot en sterk

Is dit een insectenbloem?

1. Ja
2. Nee

Zaadverspreiding gebeurt door:

1. de wind
2. door dieren
3. de plant zelf
4. de wind, door dieren, door de plant zelf

Is dit een eenjarige, tweejarige of vaste plant?

1. Eenjarige plant
2. Tweejarige plant
3. Vaste plant

Welk nummer is de stuifmeelbuis?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is een groeipunt?

1. Een okselknop
2. Een eindknop
3. Een uiteinde van een wortel
4. Een uiteinde van een stengel

Bij celstrekking worden cellen heel snel groter door...

1. deling
2. opname van water
3. bijmaken van cytoplasma

Waar zitten de groeipunten?

1. In de uiterste topjes van de bladeren
2. In de uiterste topjes van de wortels
3. In de uiterste topjes van de stengels
4. In de uiterste topjes van de bloemen

Functies van de wortel:

Eenjarige planten slaan geen reservestoffen op in de wortels

1. Waar
2. Niet waar

Bestuiving

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een organisme uit tot een nieuw organisme. Ongeslachtelijke voortplanting vindt plaats door middel van mitose (gewone celdelingen).

Dit kan op verschillende manieren:

kruis- of zelfbestuiving

Wel of geen bestuiving

Na verloop van tijd groeien hier wortels aan.

Nieuwe plant in de grond zetten. 

Bestuiving door insecten

Bestuiving door de wind

Nieuwe plant in de grond zetten. 

bloem 1

bloem 2

Bevruchting

• Na de bestuiving vormt de stuifmeelkorrel een buis: de stuifmeelbuis.

• De stuifmeelbuis groeit door de stijl naar een zaadbeginsel in het vruchtbeginsel

Bevruchting

• Door de stuifmeelbuis gaat de kern van de stuifmeelkorrel naar het zaadbeginsel.

• Als de buis een zaadbeginsel heeft bereikt, barst de top van de stuifmeelbuis open.

• De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen en versmelt met de eicelkern.

Na de bevruchting

Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem. 

Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad

Verspreiding van zaden

Vruchten zorgen ervoor dat zaden kunnen worden verspreid. Het verspreiden van (vruchten met) zaden noem je zaadverspreiding. Dat kan op verschillende manieren:

• door de wind

• door dieren die de vruchten eten

• door dieren die de vruchten meenemen in hun vacht

• door de plant zelf

www.naturetoday.com

Huiswerk 

Lezen en maken paragraaf 3, 4 en 5, maken opdrachten 1-7, samenvattingsopdracht maak je in je schrift!

Lees de paragraaf goed voordat je het huiswerk gaat maken. Zorg dat je de begrippen goed kent en begrijpt! Deze komen weer terug bij de toets.

Zorg dat je je schrift iedere les meeneemt!!!

WERK IN KADER 4 MAX, via magister!  Inlogcode: 086928