Oefentoets

Oefentoets
Veel onderwerpen van het hoofdstuk komen hier naar voren. Probeer het zo serieus mogelijk te maken, zodat je echt een idee krijgt wat je wel en niet kan. 
Zeker de openvragen kan je beschouwen als echte toetsvragen net zoals de tekenvragen. 
De quiz vragen zijn gewoon om te oefenen, op de toets zijn er geen quiz vragen. 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Oefentoets
Veel onderwerpen van het hoofdstuk komen hier naar voren. Probeer het zo serieus mogelijk te maken, zodat je echt een idee krijgt wat je wel en niet kan. 
Zeker de openvragen kan je beschouwen als echte toetsvragen net zoals de tekenvragen. 
De quiz vragen zijn gewoon om te oefenen, op de toets zijn er geen quiz vragen. 

Slide 1 - Slide


A
Af
B
BW
C
Cf
D
Aw

Slide 2 - Quiz


A
Af
B
BW
C
Cf
D
EF

Slide 3 - Quiz


A
Savanne klimaat
B
Tropisch regenwoud klimaat
C
gematigd zeeklimaat
D
Pool klimaat

Slide 4 - Quiz


A
Cf
B
Cs
C
Cw
D
Dw

Slide 5 - Quiz

Geef bij de vergelijkingen aan welke klimaatfactor verantwoordelijk is voor de verschillen. Bekijk de kaart op de volgende dia.
a. In Paramaribo valt ongeveer 2.200 mm neerslag per jaar, in Amsterdam slechts 800 mm.
b. In Amsterdam is het in januari gemiddeld 3 °C, in Kiev is het dan gemiddeld -4 °C.
c. In Singapore is het in juli gemiddeld 31 °C, in Reykjavik is het dan gemiddeld 13 °C.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Bij de evenaar valt in Afrika veel meer neerslag dan bij de
Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring. Leg het ontstaan van dit verschil in neerslag uit aan de hand van de overheersende luchtdruk bij de evenaar en de overheersende luchtdruk bij de keerkringen.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Extreme regens in Chili gebeurt tijdens:
A
normale situatie
B
El Nino
C
La Nina

Slide 10 - Quiz

Bij een El Nino-situatie wordt het water voor de kust van Peru zuurstofrijker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Tijdens een El Nino zijn er veel vissen voor de kust van Chili
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Leg uit waardoor de verplaatsing van het warme water bij een El Nino ervoor zorgt dat de oostelijke passaatwinden afzwakken. Geef oorzaak-gevolg relelatiee.

Slide 13 - Open question

In een normale situatie (niet-El Nino) is het westelijke kustgebied van Zuid-Amerika erg droog. Geef daarvoor twee oorzaken.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Als de windrichting van passaten om de zes maanden verandert dan spreken we van een
A
ITCZ
B
Passaat
C
Depressie
D
Moesson

Slide 17 - Quiz

Op de afbeelding zie je de:
A
Noordoost moesson
B
Zuidoost moesson
C
Noordwest moesson
D
Zuidwest moesson

Slide 18 - Quiz

De ITCZ is een zone met...
A
hoge luchtdruk
B
lage luchtdruk

Slide 19 - Quiz

Hoe ontstaat de ITCZ?


Slide 20 - Open question

Op welke breedteligging ligt de ITCZ in juli?
A
Noorderbreedte
B
Zuiderbreedte

Slide 21 - Quiz

Plaats de luchtdrukgebieden:
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk

Slide 22 - Drag question

Welk luchtdrukgebied hoort er bij stijgingsregens?
A
Hoge luchtdruk
B
Lage luchtdruk

Slide 23 - Quiz

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Dalende lucht
Stijgende lucht
Droog

Slide 24 - Drag question

Maak het plaatje over hoge en lage luchtdruk compleet met behulp van de sleepelementen onder de groene streep
luchtdruk
luchtdruk
pijl
pijl
windrichting
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
ITCZ
Evenaar
30 gr. ZB

Slide 25 - Drag question

Teken het grote windsysteem op aarde. In de tekening zit je de breedtegraad, de namen van de wind, hoge en lage luchtdruk en hoe de wind waait.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Wanneer het ijs smelt, de albedo afneemt, de opwarming van de aarde wordt versterkt, er nog meer ijs smelt..
A
is er sprake van een negatieve terugkoppeling
B
een positieve terugkoppeling

Slide 28 - Quiz

Zonder broeikasgassen is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
A
broeikaseffect
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 29 - Quiz

stoppen van de diepwaterpomp in de buurt van IJsland

A
positieve terugkoppeling
B
negatieve terugkoppeling

Slide 30 - Quiz

Welke drie factoren van buitenaf kunnen aanzetten tot klimaatverandering:

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Laat in een tekening zien wat het verschil is tussen het natuurlijk broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect.

Slide 34 - Open question

Hoe denk je dat je de toets gaat maken?
A
Slecht
B
Voldoende
C
Goed

Slide 35 - Quiz

Wat denk je dat echt nog lastig gaat zijn?

Slide 36 - Open question