les 4,5 samenstelling lucht

Deze les
HH verbrandingen
Werken aan paragraaf 4,5
Extra uitleg paragraaf 4,5
(dichtheid en volume percentage)
Verder werken aan paragraaf 4,5
evt demo exp SO2



1 / 37
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Deze les
HH verbrandingen
Werken aan paragraaf 4,5
Extra uitleg paragraaf 4,5
(dichtheid en volume percentage)
Verder werken aan paragraaf 4,5
evt demo exp SO2



Slide 1 - Slide

Een verbranding is een chemische reactie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Hiernaast zie je de verbrandingsfactoren.

Welke mist?
A
Ontbrandingstemperatuur
B
Warmte
C
Brandstof
D
Benzine

Slide 3 - Quiz

Wat mag je niet met water blussen?
A
Een stapel brandend textiel.
B
Een brand bij een benzinestation
C
Een brand in een schakelkast.
D
Een brand in een papiercontainer.

Slide 4 - Quiz

Zand is ook een blusmiddel. Welke verbrandingsvoorwaarde haal je weg, wanneer je zand als blusmiddel gebruikt?
A
Zuurstof
B
Ontbrandingstemperatuur
C
Brandstof

Slide 5 - Quiz

Welke producten ontstaat bij de volledige verbranding van
C2H6
A
CO2
B
CO
C
CO2+H2O
D
C2O+H6O

Slide 6 - Quiz

Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof
A
te veel
B
te weinig
C
geen
D
genoeg

Slide 7 - Quiz

Uitleg
2 soorten verbranding
- Volledig       = voldoende zuurstof aanwezig
- Onvolledig  = onvoldoende zuurstof aanwezig

Bij verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan:
- volledig      --> koolstofdioxide + water(damp) 
- onvolledig --> koolstofmono-oxide + water(damp)

Slide 8 - Slide

Welke stof(fen) ontstaan er bij een verbranding?
A
...zuurstof
B
...oxide
C
metaal
D
warmte

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste reactieschema voor de verbranding van kalium?
A
kalium --> kaliumoxide
B
kalium + zuurstof --> kaliumoxide
C
kalium + zuurstof --> kaliumzuurstof
D
kaliumoxide --> kalium + zuurstof

Slide 10 - Quiz

Koolstofdioxide --> koolstofmono-oxide + zuurstof

Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding
D
ontledings-reactie

Slide 11 - Quiz

Bij een volledige verbranding ontstaat roet.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Welke factoren zijn van belang voor een explosie (meerdere antw mogelijk)
A
voldoende zuurstof en temperatuur
B
perfecte mengverhouding en verdelingsgraad
C
soort brandbare stof
D
aanwezigheid katalysator

Slide 13 - Quiz

Uitleg
snelle verbrandings reactie

Zuurstof + brandstof in perfecte verhouding / massa verhouding.

Er wordt een gas gemaakt dat meer ruimte nodig heeft -->
Explosie

Slide 14 - Slide

Zelf werken aan paragraaf 4,5

Slide 15 - Slide

kennis nodig voor paragraaf 4,5
dichtheid
volume percentage

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat is dichtheid?

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
Stel je vult drie dezelfde bekertjes met:
1. alcohol
2. kwik
3. water

Ieder bekertje zal dan een ander gewicht hebben terwijl je van iedere stof even veel hebt.

Let op! De dichtheid is een stofeigenschap.

Slide 19 - Slide

dichtheid 
eenheid is g/cm3
ofwel g/mL


Slide 20 - Slide

Stel je hebt een grote ballon gevuld met aardgas.
Dichtheid van aardgas is 0,833 mg/cm³
De ballon is 3000 mL. Hoeveel aardgas kun je dan verbranden?

Slide 21 - Open question

De dichtheid =
Het volume =
Bereken de massa.
2,5cm3g
4cm3
A
4 : 2,5 = 1,6 g
B
2,5 : 4 = 0,625 g
C
2,5 x 4 = 10 g

Slide 22 - Quiz

Hoe bereken je een percentage?

Slide 23 - Slide

algemene formule 
%
geheeldeel100

Slide 24 - Slide

voorbeeld 
Je hebt 800 mL lucht. Hiervan is slechts 120 mL zuurstof. 
Bereken het percentage zuurstof. 
geheeldeel100

Slide 25 - Slide

Je hebt 900 mL lucht na een volledige verbranding is er nog 756mL lucht over. Hoeveel % zuurstof zat er in dit lucht mengsel?
A
84%
B
16%
C
144%
D
19%

Slide 26 - Quiz

verder werken aan paragraaf 4.5

Slide 27 - Slide

verbranding van koolstof

Slide 28 - Slide

Demo: verbranding van zwavel

Slide 29 - Slide

Zwaveldioxide aantonen
Joodwater begint oranje/bruin en ontkleurt in aanraking met zwaveldioxide 
S(s)+O2(g)>SO2(g)

Slide 30 - Slide

Hoe kan ik water aantonen?

Slide 31 - Slide

tot nog toe 3 aantoningsreacties
koolstofdioxide 
zwaveldioxide
water.

Slide 32 - Slide

tot nog toe 3 aantoningsreacties
koolstofdioxide 
zwaveldioxide
water.

alle drie zijn verbrandingsproducten bij fossiele brandstoffen

Slide 33 - Slide

huiswerk opg paragraaf 4.5

Slide 34 - Slide

Wat is waar over onvolledige verbranding?
A
Een gele vlam betekent onvolledige verbranding
B
Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
C
Een vlam met onvolledige verbranding maakt veel roet
D
Onvolledige verbranding bestaat helemaal niet

Slide 35 - Quiz

Ethanol + zuurstof --> koolstofdioxide + roet + water

Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding

Slide 36 - Quiz

H₂ 0 en CO₂ komen vrij bij...
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Volledige- en Onvolledige verbranding
D
Bij beiden niet.

Slide 37 - Quiz