Veiligheid, aftekenen, meten en houtbewerking

Veiligheid, aftekenen, gereedschap
1 / 36
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Veiligheid, aftekenen, gereedschap

Slide 1 - Slide

Veiligheid in een technieklokaal

Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je de noodstop?
A
Als er een onveilige situatie ziet en je wilt direct de apparaten stopzetten.
B
Als je zelf een ongeluk hebt gekregen met een apparaat.
C
Als je niet weet hoe een machine werkt.
D
Als je de machine aan wilt zetten.

Slide 3 - Quiz

Als je een kolomboor gebruikt zet je een veiligheidsbril op.
A
Soms
B
Altijd
C
Niet nodig
D
Alleen als je al een bril draagt

Slide 4 - Quiz

Wat gebruik je om veilig met een kolomboor te werken?
A
Machineklem
B
Bankschroef
C
combinatietang
D
Griptang

Slide 5 - Quiz

Waar moet je aan denken bij het veilig gebruiken van een machine?
A
Lange haren vast
B
Veiligheidsbril
C
Geen loshangende kleding
D
1 persoon per machine

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er als je op de noodstop drukt?

Slide 7 - Open question

Waarom mag je niet voor de ‘gein’ op de noodstop drukken?
A
Dan gaan de machines stuk
B
Daar word de leraar moe van
C
Dan gaat het licht ook uit in het lokaal
D
Dan kan een leerling schrikken

Slide 8 - Quiz

Met hoeveel personen (cijfer) mag je bij de kolom boormachine staan?

Slide 9 - Open question

Lezen werktekening

Slide 10 - Slide

Vanaf welk punt start je met meten?
A
Vanaf het begin van de liniaal
B
Vanaf de 0
C
Vanaf de 0,5
D
Vanaf de 1

Slide 11 - Quiz


Welke vier dingen heb je nodig voor het aftekenen?
A
Gum
B
Potlood
C
Pen
D
Tekenhaak/winkelhaak

Slide 12 - Quiz

Hoe heet dit gereedschap?
A
Centimeter
B
Tekenhaak
C
Waterpas
D
Meetlat

Slide 13 - Quiz

Welk meetgereedschap gebruik je wanneer je de lengte van een auto wilt meten?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Wat zie je in de afbeelding?
A
aanzichten
B
een doorsnede
C
een exploded view
D
een werktekening

Slide 15 - Quiz


Wat kan je meten met de schuifmaat?
A
een hoek van 90 graden
B
buitenmaat en dikte
C
buitenmaat, binnenmaat, dikte en diepte
D
dikte en diepte

Slide 16 - Quiz

Met welk meetinstrument meet je de hoogte en lengte van je werktafel op?
A
liniaal
B
rolmaat
C
schuifmaat

Slide 17 - Quiz

Welke soort tekening zie je hier?
A
Zijaanzicht
B
Werktekening
C
Bovenaanzicht
D
Vooraanzicht

Slide 18 - Quiz

Welke soort tekening zie je hier?
A
Exploded view
B
Werktekening
C
Doorsnede
D
Schets

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het gereedschap waarmee je haakse hoeken aftekent?
A
liniaal
B
tekenhaak/winkelhaak
C
geodriehoek
D
passer

Slide 20 - Quiz

Waar moet je op letten als je 4 even lange stukjes van een lat af moet zagen?
A
De zaagsnede. 1 stukje per keer tekenen
B
Tekenen met pen
C
Haaks aftekenen van de maatstreep
D
Zagen ná de maatstreep

Slide 21 - Quiz

Theorie houtbewerken

Slide 22 - Slide

Sleep onderstaande houtsoorten naar de juiste plek.
Loofboom
Naaldboom
Plaatmateriaal
Beukenhout
Eikenhout
Multiplex
MDF
Grenen
Vuren

Slide 23 - Drag question

Wat is het verschil tussen hardhout en zachthout?
A
Hardhout komt van loofbomen, zachthout van naaldbomen
B
Hardhout komt van struiken, zachthout van bomen
C
Hardhout komt van naaldbomen, zachthout van loofbomen
D
Hardhout komt van naaldbomen, zachthout van struiken

Slide 24 - Quiz

Wat is het voordeel van tropisch hardhout?
A
Het is goed te schilderen
B
Het is mooi van kleur
C
Het rot bijna niet
D
Voelt warm aan

Slide 25 - Quiz

wat voor soort hout is dit
A
massief
B
gelaagd
C
geperst
D
plaat hout

Slide 26 - Quiz

Wat is FSC hout?
A
Illegale hout kap
B
Hout uit tropischebos
C
Verantwoord hout kap
D
Hout door de mens gemaakt

Slide 27 - Quiz

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Schuurpapier
Figuurzaagmachine

Platte (fijne) vijl
Boortje
Bril
Fretboortje
schuurpapier
bankschroef
Rondevijl
vingerzetbank
kapzaag
gatenboor/-zaag

Slide 28 - Drag question


Hoe heet de zaag op de afbeelding
A
elektrische figuurzaag
B
decoupeerzaag
C
handzaag
D
lintzaag

Slide 29 - Quiz

Waar moet je op letten bij het werken met een decoupeerzaag
A
dat je haar goed zit
B
dat je een veiligheidsbril op hebt
C
dat de tafel niet onder de zaagsnede zit

Slide 30 - Quiz

Welke boor gebruik je voor welk materiaal

Slide 31 - Drag question

Hoe heet de kant van de vijl waar geen tandjes zitten?

Slide 32 - Open question

Hoe Waarom heeft een vijl een kant waar geen tandjes zitten?
A
Zodat je je geen pijn doet
B
Zodat je in een hoekje niet onnodig de verkeerde hoek vijlt
C
om op te hangen
D
om glad te vijlen

Slide 33 - Quiz

Waar staat het cijfer bij schuurpapier voor?
A
Welk materiaal je er mee kunt schuren.
B
Aantal korrels per vierkante cm/inch.
C
Hoe groot het papier is.
D
Prijs

Slide 34 - Quiz

Deuvels
In verstek
Houtlijm
Halfhout verbinding
Spijker / nagel
Houtschroef
zwaluwstaart

Slide 35 - Drag question

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
ijzerzaag
Platte schroevendraaier
Centerpunt


Kruiskop schroevendraaier
Beitel
Bril
vijlen
Kraspen
verzinkboor
bitjes
griptang
bankhamer
lijmklem

Slide 36 - Drag question