Veiligheid, aftekenen, meten, theorie kapstokhaak

Veiligheid, aftekenen, gereedschap
1 / 24
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 24 slide, with interactive quiz and text slide.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Veiligheid, aftekenen, gereedschap

Slide 1 - Slide

Veiligheid in een technieklokaal

Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je de noodstop?
A
Als er een onveilige situatie ziet en je wilt direct de apparaten stopzetten.
B
Als je zelf een ongeluk hebt gekregen met een apparaat.
C
Als je niet weet hoe een machine werkt.
D
Als je de machine aan wilt zetten.

Slide 3 - Quiz

Als je een kolomboor gebruikt zet je een veiligheidsbril op.
A
Soms
B
Altijd
C
Niet nodig
D
Alleen als je al een bril draagt

Slide 4 - Quiz

Wat gebruik je om veilig met een kolomboor te werken?
A
Machineklem
B
Bankschroef
C
combinatietang
D
Griptang

Slide 5 - Quiz

Waar moet je aan denken bij het veilig gebruiken van een machine?
A
Lange haren vast
B
Veiligheidsbril
C
Geen loshangende kleding
D
1 persoon per machine

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er als je op de noodstop drukt?

Slide 7 - Open question

Waarom mag je niet voor de ‘gein’ op de noodstop drukken?
A
Dan gaan de machines stuk
B
Daar word de leraar moe van
C
Dan gaat het licht ook uit in het lokaal
D
Dan kan een leerling schrikken

Slide 8 - Quiz

Met hoeveel personen (cijfer) mag je bij de kolom boormachine staan?

Slide 9 - Open question

Lezen werktekening

Slide 10 - Slide

Vanaf welk punt start je met meten?
A
Vanaf het begin van de liniaal
B
Vanaf de 0
C
Vanaf de 0,5
D
Vanaf de 1

Slide 11 - Quiz


Welke vier dingen heb je nodig voor het aftekenen?
A
Gum
B
Potlood
C
Pen
D
Tekenhaak/winkelhaak

Slide 12 - Quiz

Hoe heet dit gereedschap?
A
Centimeter
B
Tekenhaak
C
Waterpas
D
Meetlat

Slide 13 - Quiz

Welk meetgereedschap gebruik je wanneer je de lengte van een auto wilt meten?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Wat zie je in de afbeelding?
A
aanzichten
B
een doorsnede
C
een exploded view
D
een werktekening

Slide 15 - Quiz


Wat kan je meten met de schuifmaat?
A
een hoek van 90 graden
B
buitenmaat en dikte
C
buitenmaat, binnenmaat, dikte en diepte
D
dikte en diepte

Slide 16 - Quiz

Met welk meetinstrument meet je de hoogte en lengte van je werktafel op?
A
liniaal
B
rolmaat
C
schuifmaat

Slide 17 - Quiz

Welke soort tekening zie je hier?
A
Zijaanzicht
B
Werktekening
C
Bovenaanzicht
D
Vooraanzicht

Slide 18 - Quiz

Welke soort tekening zie je hier?
A
Exploded view
B
Werktekening
C
Doorsnede
D
Schets

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het gereedschap waarmee je haakse hoeken aftekent?
A
liniaal
B
tekenhaak/winkelhaak
C
geodriehoek
D
passer

Slide 20 - Quiz

Waar moet je op letten als je 4 even lange stukjes van een lat af moet zagen?
A
De zaagsnede. 1 stukje per keer tekenen
B
Tekenen met pen
C
Haaks aftekenen van de maatstreep
D
Zagen ná de maatstreep

Slide 21 - Quiz

Gereedschap

Slide 22 - Slide

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
Schuurpapier
Figuurzaagmachine

Platte (fijne) vijl
Boortje
Bril
Fretboortje
schuurpapier
bankschroef
Rondevijl
vingerzetbank

Slide 23 - Drag question

Sleep de afbeelding naar de juiste naam je houd vier woorden over
ijzerzaag
Platte schroevendraaier
Centerpunt


Kruiskop schroevendraaier
Beitel
Bril
vijlen
Kraspen
verzinkboor
Rondevijl
griptang
bankhamer
Gasbrander

Slide 24 - Drag question