This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Staatsinrichting
van Nederland
1. Een nieuwe grondwet
dinsdag les 3
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom Nederland in 1848 een nieuwe grondwet kreeg en welke gevolgen dit had voor het bestuur van het land.
Slide 2 - Slide
Hoe veranderde het bestuur na 1848?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat gaan we doen?
* activerende werkvorm: Mindmap in groepjes, wat veranderde er door de grondwet van 1848?
* Uitwerken leerdoelen
Slide 6 - Slide
Werkvorm
Individuele opdracht
Maak in 10 minuten een mindmap over de grondwet van 1848.
Wissel met je buurman van mindmap
Slide 7 - Slide
Werkvorm 2
Individuele opdracht
Je krijgt aantal minuten om de leerdoelen nog uit te werken. Daarna overhoor je je jezelf door middel van google forms
* Overhoring quizlet
Slide 8 - Slide
https:
Slide 9 - Link
Wat veranderde er door de grondwet van 1848?
Slide 10 - Open question
Revolutiejaar
1848
De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en
ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.
Slide 11 - Slide
Paniek bij de vorsten
in heel Europa!
Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal
Slide 12 - Slide
Gevolgen (1)
De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:
Koning is onschendbaar
Ministeriële verantwoordelijkheid
Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)
Slide 13 - Slide
Gevolgen (2)
Parlementaire democratie (=parlement heeft het laatste woord)
Constitutionele monarchie (=koning moet zich aan de grondwet houden)
Verandering van het parlementaire stelsel ("Hoe wordt het parlement gekozen?", "Wie heeft welke macht?")