Les 3

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Jeudi 12 septembre
Le programme pour aujourd'hui :
- Jij kunt jezelf voorstellen;
- Jij kunt Franse woorden herkennen;
- Jij kunt woorden uit Unité 1, Apprendre 1, vertalen;
- Jij maakt kennis met de Franse lidwoorden.

Slide 2 - Slide

Objectif numéro 1
Jij kunt jezelf voorstellen (door het spreken):
Comment tu t'appelles ?

Tu habites où ?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Je me présente
Je m'appelle Madame Baichere.
Tu t'appelles Adam.
Elle s'appelle Franka.
Il s'appelle Hamza.

Slide 5 - Slide

Et toi, comment tu t'appelles ? (geef antwoord)

Slide 6 - Open question

Objectif numéro 2
Jij kunt Franse woorden herkennen:

Ouvre le livre page 15.
Maak de opdrachten 3A en 3B. Jij hebt 5 minuten. 
Al klaar? Doe opdracht 3C.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Exercice 3A, page 15
On corrige :
  • un hôpital : een ziekenhuis
  • un aéroport : een luchthaven
  • une orange : een sinasappel
  • délicieux : heerlijk
  • bon appétit ! eet smakkelijk!

Slide 8 - Slide

Exercice 3B, page 15
  • verdieping: étage
  • stoep: trottoir
  • avondeten: diner
  • wc: toilettes
  • ingang: entrée
  • ziekenauto: ambulance
  • geschenk: cadeau
  • verrassing: surprise

Slide 9 - Slide

Objectif numéro 3
Jij kunt woorden uit Unité 1, Apprendre 1, vertalen:

Huiswerk: 
- Jij leert de woorden van Unité 1, Apprendre 1: pagina 38 in jouw boek A; daarna op StudyGo oefenen;
- Jij doet opdracht (exercice) 4 pagina 15.

Slide 10 - Slide

Ferme le livre...
et regarde bien !

Slide 11 - Slide

Objectif numéro 4
Jij maakt kennis met de Franse lidwoorden

Slide 12 - Slide

de lidwoorden
"de" of "het" = le (m), la (v) of l'(m of v)
"een" = un (m) of une (v)

Slide 13 - Slide

de lidwoorden
Le (de/ het) garçon = un (een) garçon (mannelijk)
La (de/ het) fille = une (een) fille (vrouwelijk)

Slide 14 - Slide

Het land = le pays.
Een land = ...

Slide 15 - Open question

Les devoirs (het huiswerk)

- Jij leert de woorden van Unité 1, Apprendre 1: pagina 38 in jouw boek A; daarna op StudyGo oefenen;

- Jij doet opdracht (exercice) 4 pagina 15.

Slide 16 - Slide

Lesdoelen behaald? 
- Jij kunt jezelf voorstellen;
- Jij kunt Franse woorden herkennen;
- Jij kunt woorden uit Unité 1, Apprendre 1, vertalen;
- Jij maakt kennis met de Franse lidwoorden.

Slide 17 - Slide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll