1HV.U2.foto-opdracht

1HV.U2. ex 16 bezittelijk voornaamwoord 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

1HV.U2. ex 16 bezittelijk voornaamwoord 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions


  1. Telefoon in de tas
  2. Ga rustig zitten op je eigen plaats 

  1. Pak je spullen:
  2. agenda, pen, boeken, schrift
  3. Tas op de grond naast je tafel

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

B1E                    di(2) wo(1)
U2

vul de juiste vorm in van het ww avoir.
Les jardins .............  dix fleurs

Les campings ......... une piscine.

ik eet geen (niet) chocola
eten  = manger 
Je ne mange pas le chocolat






Slide 5 - Slide

This item has no instructions

B1E                    di(2) wo(1)
U2

1. LUVA+ Leren: appr 6,7,8,9  

2.Parler_ ex 18,19,22

3.  écrire ex 26,27,28. 

      photo des vacances  
4. foto opdracht 



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Une famille 
timer
15:00

Slide 7 - Slide

C'est qui sur la photo ?
Famille moderne: qui a des parents divorcés ? qui a deux pères ou deux mères ? qui a une grande / petite famille ? 
B1E - foto opdracht (cijferopdracht) Les 1
In groepjes van 4 werken.
1. Foto op een wit vel plakken. Let op : Onder de foto moet nog een lange tekst geschreven worden.
2. Wat ga je vertellen over de foto
(Klassikaal inventariseren) of leerlingen woordenboeken geven zodat ze een paar woorden zelf kunnen op zoeken. ( bos , rivier). 
3. Schrijf de tekst in klad in het Frans op.
Havo minimaal 50 woorden ( spaties geven de grens van een woord aan.)
VWO minimaal 65 woorden
4. Schrijf de tekst in het net in het Frans op onder de foto. Vaardigheid Écrire
5. Lever je dokument in bij je docent.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

B1E - foto opdracht (cijferopdracht)  Les 2
Les 2:
1. Docent deelt de dokumenten uit. De leerlingen zitten in hun groepjes
2. Voorlezen: De leerlingen lezen aan elkaar hun tekst voor. Vaardigheid Parler
Uitspraak oefenen: laatste letter niet uitspreken. Terugblik U1 ex 11 prononciation
Uitspraakregels op het bord ( zie ex U1 ex 11)
3. Tekst afdekken, en vertellen over de foto zonder te spieken. Presenteren in het eigen groepje.
4. Dokument inleveren
5. Arrêt: Wat hebben we vandaag geleerd?
6. Leerlingen krijgen een nieuwe maakopdracht uit het boek, of ze maken het dokument nog verder af.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

B1E studiemiddag
Op de studiemiddag hebben Corine en ik de opdracht van het beschrijven van een vakantiefoto (aan het einde van unité 2) uitgewerkt tot een lesvullende opdracht voor een cijfer. Deze ga ik in de Sinterklaasweek geven. Ik was niet van plan weging 1 te hanteren maar weging 1 aan het einde van het jaar voor alle extra/speciale opdrachten samen (zo heb ik het vorig jaar gedaan). Het is misschien handig als alle brugklasdocenten één lijn trekken. Ik vind wat jij doet ook prima.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

B1E            16/11                   di(2) wo(1)
U2
0. De zinnen van Unité 2 in het boek plakken / controleren
1. inleveren: invitation  ex 7
2. elkaar overhoren werkwoord avoir + let op 1,2,3
3. zinnen opschrijven van ex 8b ( dictee) vorm
4. écouter opdrachten maken



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bienvenue
Welkom bij GPL FRANS!

In deze les heb ik jouw ogen en jouw oren nodig en soms jouw antwoorden of mening.
Op de volgende slide wordt uitgelegd hoe d
wat je gaat leren en hoe.
On y va!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Qu'est-ce qu'on va faire?
Wat gaan we doen?
Je krijgt een verhaal te zien en te horen in het Frans.
Zodra jij iets ziet of hoort dat niet duidelijk is, steek dan een handje op.
Het is mijn taak om het voor jou begrijpelijk te maken.
Het is jouw taak om te laten weten wanneer het (nog) niet begrijpelijk is voor jou.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Une famille, c'est quoi, pour toi?
Als je denkt aan een standaard gezin, hoe ziet dat er uit, volgens jou?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Tu as une grande famille ou une petite famille? Heb jij een grote familie of een kleine familie?
Moi, j'ai ....

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Tu as des frères ou des soeurs?
Heb jij broers of zussen?
Oui, j'ai ..... et .....
Non, je n'ai pas de frères ni des soeurs.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Le garçon à gauche, il est content ou triste?
Le père au milieu, il est content ou fâché?

Slide 19 - Slide

C'est qui sur la photo ?
Famille moderne: qui a des parents divorcés ? qui a deux pères ou deux mères ? qui a une grande / petite famille ? 
Comment tu te sens aujourd'hui? Hoe voel jij je vandaag?
Je me sens content(e) -tevreden, blij,
triste - verdrietig,
fâché -boos, bien -goed

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Tu as un animal domestique?
Heb jij een huisdier?
Oui, j'ai ....
Non, je ne l'ai pas.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Qu'est-ce que tu prends au frigo quand tu voudras un goûter?
Wat pak jij uit de koelkast als je trek krijgt en iets tussendoor zou willen eten?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Une histoire
Er volgt nu een kort verhaal in het Frans.
Beluister en bekijk eerst het verhaal tot aan het einde.
Is er dan iets onduidelijk?
Steek dan je handje op.
Schrijf je vraag in de chat.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Une famille bizarre
Il y a une famille bizarre.
Dans la famille, il y a un papa, un garçon et un loup.
Le loup va au frigo, il ouvre le frigo et il voit un poulet.
Il prend le poulet, il mange le poulet.
Le papa est très fâché.
Le loup est triste parce que le papa est fâché.
Alors, le loup pleure.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waar ging het verhaal over? Schrijf op wat je hebt begrepen.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Un loup est ...?
A
Een vos.
B
Een jongen.
C
Een wolf.
D
Een beer.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Un papa est ...?
A
Un garçon
B
un enfant
C
un animal
D
un père

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Un loup est ...
A
un animal domestique
B
un petit animal
C
un animal sauvage
D
un être humain

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Vrai?
Welke is waar?
A
La famille est bizarre.
B
Le garçon mange beaucoup.
C
Le papa est content.
D
Le loup est fâché.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Faux?
Welke is niet waar?

A
Le loup mange le poulet.
B
Le loup mange le garçon.
C
Le papa est fâché.
D
Le loup pleure.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Traduis: 'Il ouvre le frigo'.

A
Zij opent de koelkast.
B
Hij opende de koelkast.
C
Zij sluit de koelkast.
D
Hij opent de koelkast.

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal: 'Il voit le poulet'.
A
Hij ziet de kip.
B
Hij vrat de kip.
C
Hij zag de kip.
D
Hij ziet de wolf.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Est-ce que tu aimes le poulet?
Houd jij van kip?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Bien fait!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel heb je van deze les begrepen?
0100

Slide 35 - Poll

This item has no instructions

Hoe vond je deze GPL Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

This item has no instructions

Geef me 1 tip en 1 top.
Merci!

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Merci beaucoup
et 
à bientôt!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions