H3b en H3c - les 2 - H1 Gedicht

Welkom! 

Nederlands
mevrouw Zuiderwijk


1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom! 

Nederlands
mevrouw Zuiderwijk


Slide 1 - Slide



  • lesdoelen
  • opfrissen vormen beeldspraak
  • uitleg theorie scan H1 Gedicht
  • maken opdrachten
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les ken je een vierde vorm van beeldspraak.
  • Aan het einde van deze les heb je je theoretische kennis van Gedicht
     kunnen toepassen.

Slide 3 - Slide

Van welke beeldspraak is er sprake?

Het peleton is pas aan de voet van de berg.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Er is geen beeldspraak aanwezig.

Slide 4 - Quiz

Van welke beeldspraak is er sprake?

Fenna is er opnieuw ingetrapt,
dat schaap heeft zich weer beet laten nemen.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Er is geen beeldspraak aanwezig.

Slide 5 - Quiz

Van welke beeldspraak is er sprake? (Ronnie Flex - 100 sms'jes)

Nu zoek ik naar je
Maar ben jij er niet meer
Schat, laat mij niet hangen
Ja, als een chandelier
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Er is geen beeldspraak aanwezig.

Slide 6 - Quiz

Van welke beeldspraak is er sprake? (Blof - Aan de kust)

Vlissingen ademt zwaar
En moedeloos vannacht
De haven is verlaten,
want er is nog maar een vracht
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Er is geen beeldspraak aanwezig.

Slide 7 - Quiz

Van welke beeldspraak is er sprake?

Hij heeft zijn ijzers al ondergebonden en is klaar voor de schaatstocht.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymia

Slide 8 - Quiz

Van welke beeldspraak is er sprake? (Flemming - Automatisch)

Ja, ik snap het wel, dat je mee wilt doen
Stiekem aan het tikken met je linkervoet
Ik kijk je aan (oh), 'k zie je Jordan's gaan (ja ja)
Het is al te laat
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymia

Slide 9 - Quiz

H1 Gedicht
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik: bij beeldspraak gebruik je een beeld om duidelijk te maken wat je bedoelt.

  • vergelijking:      overeenkomst tussen twee zaken, object en beeld
                                  worden genoemd
                                  Je kamer lijkt wel een zwijnenstal!
  • metafoor:           overeenkomst tussen twee zaken, alleen beeld
                                  wordt genoemd
                                  Wát een zwijnenstal!

Slide 10 - Slide

H1 Gedicht
  • personificatie     iets levenloos stel je voor als een persoon
                                     De zon streelde onze wangen.
  • metonymia:          er is een bijzonder verband tussen object en beeld,
                                     je noemt iets wat te maken heeft met het bedoelde                                       Het Stanislascollege won het debattoernooi.
                                     Oranje verloor met 4-1. 
                                     Wij hebben een Herman Brood boven de bank.                                           Lust jij nog een glas?


Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Maken opdracht 8.

Klaar? 
Probeer de rijmschema's, die je vorig jaar 
hebt geleerd, te noteren. Heb je ze weer 
helder voor de geest? Ga dan aan de slag 
met opdracht 24.
timer
25:00

Slide 12 - Slide

Even terug naar de lesdoelen
Vertel...wat is een metonymia?

Slide 13 - Slide