BAS week 2 Werken in het restaurant

Werken in het restaurant
1 / 15
next
Slide 1: Slide
HorecaVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Werken in het restaurant

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les ken/weet ik:

  • Wat zijn voorbereidende taken in het restaurant?
  • Wat is routing?
  • Wat is professionele houding?
  • Welke basis regels zijn er met het werken met alcohol? 

Slide 2 - Slide

2.1 werkzaamheden
Mastiek:
alle voorbereidende taken die je buiten de service (het verblijf van gasten) om doet.

Slide 3 - Slide

2.1 werkzaamheden
Mise en Place:
alle voorbereidende taken die de service (het verblijf van gasten) sneller maken.
voor, tijdens en na het service

Slide 4 - Slide

Valt het onder mastiek of onder Mise en Place?
(beide kan ook)
Mastiek
Mise en place

Slide 5 - Drag question

Verschillende soorten horeca bedrijven
  1.  Restaurants
    - Fine dining
    - All-you-can-eat
  2. Cafés en koffiebars
    - Eetcafé
    - Koffiebar
  3. Bars en kroegen
    - Cocktailbar
    - Bruin café
Indeling restaurant: 
Office:
Werkruimte tussen keuken en bediening.
Afwas:
Ruimte waar de afwas wordt gedaan.
Zalen:
Zalen voor groepen of vergaderingen, evt. met buffet

Slide 6 - Slide

Routing?
Routing is het zo efficiënt en logisch mogelijke manier je werkzaamheden uit voeren.

Slide 7 - Slide

Indeling van de horecabedrijven
  1. Drankverstrekkende bedrijven
    Waar wat gedronken wordt (cafe, koffiebar)
  2. Logiesverstrekkende bedrijven
    Daar waar je kunt slapen(hotel)
  3. Voedsel verstekkende bedrijven
    Daar waar je kunt eten(restaurant)

Slide 8 - Slide

Gek woord: "Blurring"
Blurring of branchevervaging.
Denk maar aan een kapperszaak waar je tijdens het wachten een smoothie kunt bestellen of een koffiebar waar je ook fietsen kunt kopen of laten repareren.

Slide 9 - Slide

DE 6 P 's. 
Het concept van het bedrijf
  1. Plaats
  2. Product
  3. Prijs
  4. Personeel
  5. Presentatie
  6. Promotie 

Slide 10 - Slide

Welke beroepen ken je in de horeca?
  1. Kok
  2. Gastvrouw/heer
  3. Schoonmakers
  4. Afwassers
  5. Managers
  6. Receptionist(e)
  7. Maaltijdbezorger

Slide 11 - Slide

Welke titels ken je in de horeca?
  1. Chef-kok
  2. Sous-Chef (2e man/vrouw)
  3. Chef de Parti
  4. Sommelier (wijn kenner)
  5. Patissier (kok brood, banket, ijs, taarten)
  6. Rotisseur (vlees)
  7. Saucier (sauzen soepen bouillons) 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat weet je nog?
Wat zijn voorbeelden van titels in de keuken?

Wat zijn routings?

Noem verschillende soorten horeca bedrijven.

Wat betekend horeca?

Slide 14 - Slide

Einde hoofdstuk 1 
Werken in de Horeca

Slide 15 - Slide