herhaling pers vnw + spreekopdracht + ontkenning

Aujourd'hui
- contrôler les devoirs
- bespreking PW 
- reviser les pronom personnels (ex. je / tu / il)
- répéter les mots de voc. A & B
- Parler en français
- ontkenningen in het Frans
timer
5:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
- contrôler les devoirs
- bespreking PW 
- reviser les pronom personnels (ex. je / tu / il)
- répéter les mots de voc. A & B
- Parler en français
- ontkenningen in het Frans
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Wat betekent het woord "tu"?
A
ik
B
jij
C
hij
D
wij

Slide 2 - Quiz

Wat betekent het woord "nous" ?
A
jullie
B
zij
C
men
D
wij

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het woord "on" ?
A
wij
B
ik
C
jullie
D
men

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het woord "vous"?
A
zij
B
jullie
C
wij
D
ik

Slide 5 - Quiz

Wat betekent het woord " il "
A
hij
B
zij
C
men
D
ik

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het woord "elle"?
A
hij
B
ik
C
u
D
zij

Slide 7 - Quiz

Hoe zeg je "u" of "jullie" in het Frans?

Slide 8 - Open question

Hoe zeg je "zij zijn" (mannelijk meervoud) in het Frans?

Slide 9 - Open question

Parlez en français à deux!
opnemen via: https://online-voice-recorder.com/
inleveren via: classroom

Slide 10 - Slide

Utilisez p. 29 + 35!
Dites en français:
- Groet elkaar in het Frans (hallo / goedendag)
- Vraag hoe het gaat.
 - geef antwoord en stel de vraag terug (et toi?)
- vraag in welke klas je buur zit.

- vraag of hij / zij huiswerk heeft.
- antwoord: ja, voor Frans en wiskunde
- vraag voor wanneer het huiswerk is
- antwoord: voor donderdag.
- Sluit het gesprek af met: dank je wel tot ziens!
timer
5:00

Slide 11 - Slide

wat is een ontkenning?

Slide 12 - Mind map

Hoe zeg je "nee" in het Frans?

Slide 13 - Open question

niet = ne .. pas
Bijvoorbeeld: Jij kijkt tv --> Tu regardes la télé
Jij kijkt geen tv --> Tu ne regardes pas la télé

Slide 14 - Slide

Bijvoorbeeld: Jij kijkt tv --> Tu regardes la télé
Jij kijkt geen tv --> Tu ne regardes pas la télé

Wat valt je op aan de plaats van "ne … pas" ?

Slide 15 - Open question

Let op
Begint het woord na "ne" met een klinker (=aeiou/h)?

Dan is er een klinkerbotsing.     Ne   wordt dan n'
Bijvoorbeeld: Tu écoutes.  Jij luistert
--> Tu n'écoutes pas.  Jij luistert niet. 

Slide 16 - Slide

Devoirs:
oefenen met werkwoorden op -er:
http://www.verbuga.eu/Compfr/MiseExt2.html#Comp%C3%A9tition
7568

- faire: exercice 27 (p. 66)

Slide 17 - Slide