H2 Schrijven

H2 Schrijven
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H2 Schrijven

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Einddoel: Een betoog schrijven.
Dit gaan we leren door in de komende lessen H2 en H4 Schrijven te maken en leren.
Lesdoel: het maken van een bouwplan (H2 Schrijven)

We starten met het ophalen van de voorkennis

Slide 2 - Slide

Feit
Mening /
Standpunt
Argument
Iets wat waar of onwaar is.
Je kunt controleren of het waar of onwaar is.
Iets wat iemand van iets vindt.
Je kunt het hiermee eens of oneens zijn.
Uitleg waaróm je iets vindt.
Vaak te herkennen aan: want, omdat, namelijk, immers.

Slide 3 - Drag question

Feit, mening, argument
Feit: je kunt controleren of het waar of onwaar is.
Mening/standpunt: iets wat iemand van iets vindt; je kunt het ermee eens of oneens zijn. Signaalwoorden: 'ik vind', 'volgens mij', 'lijkt mij', 'naar mijn mening'.
Argument: aangeven waarom je een bepaalde mening hebt. Signaalwoorden: 'want', 'omdat', 'namelijk', 'immers'.

Slide 4 - Slide

Overtuigende tekst schrijven
  • Maak eerst een bouwplan
  • Vaste opbouw
    inleiding - met onderwerp en standpunt
    kern - argumenten; in elke alinea 1 argument met uitleg
    slot - herhaling van je argumenten en stelling
  • Argumenten worden ondersteund door feiten
  • Gebruik signaalwoorden voor standpunt, opsomming (van argumenten) en conclusie (slot).




Slide 5 - Slide

Overtuigende tekst schrijven
Middenstuk: je onderbouwt
je standpunt met argumenten.
In elke alinea komt één
argument aan bod. Onderbouw
je argumenten met feiten of
redeneringen.

Slide 6 - Slide

Overtuigende tekst schrijven
Standpunt overtuigende tekst bevat je mening (standpunt) over het onderwerp. Beide in de eerste alinea.

- Onderwerp = "rondweg om de stad"
- Mening/standpunt = "slecht plan"

"Het aanleggen van een rondweg om de stad is een heel slecht plan."

Slide 7 - Slide

Met welke signaalwoorden worden de argumenten van tekst 1 opgesomd?

Slide 8 - Open question

Signaalwoorden tekst 1

Slide 9 - Slide

Opdracht 
Vraag 1: Hoe ondersteunt het comité het argument van de geluidsoverlast?
(Hierna komt een quizvraag)

timer
1:00

Slide 10 - Slide

Opdracht 
Vraag 2: Welke feiten ondersteunen het tweede argument?
(Hierna komt een quizvraag)
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Hoe ondersteunt het comité het argument van de geluidsoverlast?
A
Feit: in de praktijk rijdt men harder dan 50
B
Feit: er geldt een maximum van 50 km/u

Slide 12 - Quiz

Welke feiten ondersteunen het tweede argument?
A
Stuk v/h sportveld wordt nieuwe weg.
B
Sportveld wordt te klein voor leuke sporten.
C
In de toekomst moeten we binnen sporten.
D
Onze gymleraar houdt van mooi weer.

Slide 13 - Quiz

Opdracht 
Vraag 3: Welke feiten ondersteunen het derde argument?
(Hierna komt een quizvraag)
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Welke feiten ondersteunen het derde argument?
A
Rondwegen trekken meer verkeer aan.
B
Rondwegen ontlasten verkeer in centrum.
C
De problemen worden verplaatst.

Slide 15 - Quiz

Opdracht 
Vraag 4: Welke redenering wordt gebruikt om het vierde argument te onderbouwen?

timer
1:00

Slide 16 - Slide

Antwoord vraag vorige slide
Leerlingen komen op de fiets -> moeten rondweg oversteken.
Leerlingen hebben 's ochtends haast -> letten niet goed op.
Hierdoor ontstaan gevaarlijke situaties.

Slide 17 - Slide

H2 schrijven 
Om een goed betoog te kunnen maken, is het belangrijk dat de basis goed is.
Basis: je denkt na over 
- het onderwerp
- het tekstdoel
- de hoofdgedachte
- inhoud

Dit leg je vast in een BOUWPLAN. Met dit bouwplan kan je je betoog schrijven

Slide 18 - Slide

H2 Theorie bouwplan

Slide 19 - Slide

H2 schrijven
Opdracht 1:
- samen tekst lezen
- pak het (incomplete) bouwplan erbij - Magister - opdrachten - H2 Schrijven opdr 1
- maak nu opdr 1 alle vragen 
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Bespreken opdr 1

Slide 21 - Slide

Hoe is het gegaan?
Volgende les gaan we verder met het leren maken van een bouwplan

Slide 22 - Slide