HV2 samenvatting van boek B jaar 1

HV2 samenvatting van boek B jaar 1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

HV2 samenvatting van boek B jaar 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Sophie est
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Le sac à dos est
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Les filles (de meisjes) sont
A
français
B
française
C
françaises

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Ils sont
(tevreden)
A
contents
B
contentes
C
contente
D
content

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Ezelsbruggetje: 
De dagen van de week kun je onthouden met de zin
Lieve Meisjes Moeten Jatten Van Smerige Dieven

L undi --> Maandag
M ardi --> Dinsdag
M ercredi --> Woensdag
J eudi --> Donderdag
V endredi --> Vrijdag
S amedi --> Zaterdag
D imanche --> Zondag
Sleep de dagen van de week op de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
jeudi
vendredi
mardi
dimanche
mercredi
lundi
samedi

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

vertaal:
je vais
A
jij gaat
B
hij gaat
C
ik ga

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

hoe vertaal je:
Nous allons

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Aller
je
tu
il/elle/on
vais
vas
va

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

De klok

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vertaal:
Il est deux heures et quart
A
het is kwart over drie
B
het is kwart voor twee
C
het is kwart over twee

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal:
Il est trois heures moins le quart
A
Het is kwart voor drie
B
het is kwart over drie
C
het is kwart voor een

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal: Il est neuf heures et demie



A
het is half negen
B
het is half tien
C
het is negen uur

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

COMBINEZ:
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Etre
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Schrijf zo veel mogelijk franse cijfers op die je nog kent

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Welke lidwoorden zijn mannelijke lidwoorden ?
A
le
B
la
C
un
D
une

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een vrouwelijk woord?
A
le/un
B
la/une
C
les/des

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een woord in het meervoud?
A
le/un
B
la/une
C
les/des

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions