Les 1: IBO 10

IBO 10
1 / 51
next
Slide 1: Slide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

IBO 10

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe vonden jullie de praktijkles in de keuken woensdag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Presentatie Dawn & Latischia

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG

  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • Leerdoelen
  • Introductie IBO B10
  • Introductie IBO V10
  • Leskaart B10.1
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

IBO 10: Ruimtes klaarmaken voor gebruik.

Opdracht:
  • Maak een woordweb op het Whiteboard
  • Waar denk je aan bij de titel: Ruimtes klaarmaken voor gebruik?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ruimte gebruiksklaar maken

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Van deze beroepsopdracht leer ik....
Deze beroepsopdracht gaat over de taken die jij uitvoert om een ruimte klaar voor gebruik te maken. Dit kan bij de cliënt thuis, maar ook bij een instelling zijn. Je maakt de ruimte schoon en zet altijd alle meubels op de juiste plek terug. Zo zorg je ervoor dat de cliënten de ruimte weer kunnen gebruiken.

Bij deze beroepsopdracht horen leskaarten. Op de leskaarten staat wat je moet weten en wat je moet kunnen om deze beroepsopdracht uit te voeren. Ook staat op de leskaarten welk gedrag erbij hoort. Eerst ga je oefenen met de juiste manier van werken. Daar gebruik je de leskaarten voor. Daarna ga je dit in de (echte) praktijk uitvoeren. Daar gebruik je de beroepsopdrachten voor.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Van deze beroepsopdracht leer ik....
In beroepsopdracht 10B heb jij geleerd over de taken die jij uitvoert om een ruimte klaar voor gebruik te maken. Dit kan bij de cliënt thuis, maar ook bij een instelling. Je maakt de ruimte schoon en zet alle meubels op de juiste plek terug. Zo zorg je ervoor dat de cliënten de ruimte weer kunnen gebruiken.

In deze verdiepende beroepsopdracht leer jij hoe je jouw werk steeds verder kunt verbeteren. Je leert over hoe je lean kunt werken bij het gebruiksklaar maken van ruimtes. Je leert hoe je om kunt gaan met onverwachte situaties bij het inrichten van ruimtes. Ook leer je over veel voorkomende fouten bij het schoonmaken.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Van deze beroepsopdracht leer ik....
Bij de verdiepende beroepsopdracht horen leskaarten. Op de leskaarten staat wat je moet weten en wat je moet kunnen om deze beroepsopdracht uit te voeren. Ook staat op de leskaarten welk gedrag erbij hoort. Eerst ga je oefenen met de juiste manier van werken. Daar gebruik je de leskaarten voor. Daarna ga je dit in de (echte) praktijk uitvoeren. Daar gebruik je de beroepsopdrachten voor.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Werkprocessen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 12 - Slide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Leerdoelen B-leskaarten
1. Ik werk veilig voor mij zelf en mijn klanten, gasten of cliënten, doordat ik de verschillende veiligheidssymbolen ken;
2. Ik werk veilig, omdat ik de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gebruik;
3. Ik verzamel de juiste materialen die nodig zijn voor mijn werktaak, doordat ik meest voorkomende schoonmaakmiddelen ken;
4. Ik luister actief als ik een werkopdracht krijg;
5. Ik stel vragen als de werkopdracht niet duidelijk is;
6. Ik maak een werkplanning voordat ik aan mijn taak begin.

Slide 13 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen V-leskaarten
1.  Ik werk veilig, omdat ik de etiketten op schoonmaakmiddelen kan lezen;
2. Ik handel juist als er iets mis gaat bij het gebruik van schoonmaakmiddelen of materialen;
3. Ik werk lean bij het verzamelen van materialen;
4. Ik handel juist bij onverwachtse situaties bij werkopdrachten en werkplanningen.

 

Slide 14 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
V: Opdracht 41: Woordpuzzel 
materialen verzamelen


Je krijgt een woordpuzzel van de docent.
Kun jij alle woorden vinden?

Tip: De woorden kunnen horizontaal, verticaal, 
maar ook schuin staan.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

V- studenten

  • Maak opdracht 41 (woordpuzzel)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leskaart B10.1: Materiaal verzamelen
Voordat je start met een ruimte klaar te maken voor gebruik, is het belangrijk dat je de juiste materialen verzameld. Schoonmaken hoort ook bij het klaarmaken van een ruimte. Het is dus belangrijk dat je de juiste schoonmaakmiddelen en materialen pakt.

 

Op de etiketten van schoonmaakmiddelen kunnen gevaarsymbolen staan. Deze helpen jou om veilig te werken voor jezelf, maar ook voor anderen. Het is belangrijk om de symbolen te kennen. Er zijn oude symbolen en nieuwe symbolen. Je kunt beide soorten nog tegenkomen, daarom is het goed om te weten wat de symbolen betekenen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid
Er zijn schoonmaakmiddelen waar gevaarlijke en ongezonde stoffen in zitten. Deze stoffen mag je niet op je huid, in je mond of in je ogen krijgen. Je mag ze ook niet met elkaar mengen. Bij het werken met kinderen, mensen met een verstandelijke beperking en mensen met dementie is het belangrijk dat zij niet zelf bij de schoonmaakmiddelen kunnen komen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Jullie krijgen van mij een werkblad. Kies 8 gevaarsymbolen uit. Plak deze in het schema en beantwoord de vragen in het schema.
Je mag je telefoon gebruiken om de gevaarsymbolen op te zoeken,
Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bespreken opdracht 1

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Opdracht 2
In deze opdracht gaan jullie de foto’s van verschillende schoonmaakmiddelen koppelen aan de juiste naam en de juiste omschrijving.

Maak groepjes van 2 of 3 studenten.
Je krijgt van de docent een groot vel, lijm, een schaar en een envelop.
Maak de envelop open. Plak de juiste naam, de juiste foto en de juiste omschrijving van elk schoonmaakmiddel bij elkaar op het vel.
Na afloop bespreken we de antwoorden in de klas.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

V: Opdracht 42: Etiketten lezen


  • Op het bureau staan een aantal schoonmaakmiddelen
  • Kijk welk gevaarsymbool erop staat 
  • Je schrijft de naam van het middel en daarachter het gevaarsymbool dat erop staan. 
  • Je schrijft er ook bij wat dit betekent.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

IBO 10

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG

  • Check- in
  • Vorige les
  • Waar gaat IBO 10 over?
  • Leskaart B10.1 + B10.2

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2 Checken
Check de opdracht van een ander tweetal.
Wat is er goed?
Wat is er niet goed?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

BELANGRIJK!!!
Als je werkt met schoonmaakmiddelen is het belangrijk om met de volgende dingen rekening te houden:
• Houd snoeren en stekkers gescheiden van water. Water en elektriciteit geeft kortsluiting;
• Bekijk het etiket en het symbool goed;
• Zie je een gevaarsymbool bij een schoonmaakmiddel, ga er voorzichtig mee om;
• Plaats flessen en schoonmaakmiddelen waar kinderen niet bij kunnen. Zet ze hoog neer of in kastjes die op slot kunt doen;
• Draai doppen helemaal dicht, vaak zit er een extra beveiliging op;
• Zet deuren en ramen open als je met schoonmiddelen werkt. Voldoende ventilatie zorgt voor schone lucht in een ruimte.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Eerste hulp bij vergiftiging:
Vraag op stage na wat de afspraken zijn!


Mogelijke afspraken:
  • Roep direct je leidinggevende, BHV-er of collega!
  • Bel 112 als het kind suf, bewusteloos of benauwd is na vergiftiging;
  • Bel in alle andere gevallen met de huisarts of huisartsenpost, vertel om welke schadelijke stof het gaat en volg hun instructies;
  • Neem of geef de verpakking of resten mee als het slachtoffer naar het ziekenhuis moet.


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

V: Opdracht 42: Etiketten lezen


  • Zoek op internet een aantal schoonmaakmiddelen
  • Kijk op de foto welk gevaarsymbool erop staat 
  • Je schrijft de naam van het middel en daarachter het gevaarsymbool dat erop staan. 
  • Je schrijft er ook bij wat dit betekent.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

PBM
PBM staat voor persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze middelen beschermen je kwetsbare lichaamsdelen tijdens het werk. Hierdoor kun je veilig werken. In de bouw zie je medewerkers vaak met speciale werkschoenen en een helm.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdr.3 : Welke PBM gebruik jij op stage? Of welke zou je gebruiken bij het gebruiksklaar maken van de ruimte?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

V- studenten

  • Maak opdracht 41 t/m 54;
  • Lees de theorie;
  • Vul de woordenlijst in;
  • Je mag samenwerken.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Er zijn veel verschillende schoonmaakmaterialen en schoonmaakmiddelen. Het is belangrijk dat je deze leert kennen en dat je weet wanneer je ze moet gebruiken en hoe. Natuurlijk werk je niet overal met dezelfde materialen. 
De basis materialen zul je wel moeten leren kennen. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

B-studenten (opdracht 4):
Op de tafel liggen een aantal materialen die je kunt gebruiken bij het schoonmaken.

Geef ieder materiaal een nummer, van links naar rechts. 
Schrijf de naam op van het materiaal en waarvoor je het kunt gebruiken. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Bij elke schoonmaaktaak heb je weer andere schoonmaakmiddelen en schoonmaakmaterialen nodig. Het is daarom goed om te weten welke middelen en materialen je per taak nodig hebt. Omdat er zoveel verschillende materialen en middelen zijn, kun je op jouw stage het beste vragen welke materialen en middelen zijn gebruiken.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 5
Werk samen met een andere student. Zoek op internet op welke schoonmaakmiddelen en schoonmaakmaterialen je per taak nodig hebt:
  • Toiletpot schoonmaken
  • Aanrecht schoonmaken
  • Vloer dweilen
  • Ramen wassen
  • Tafels schoonmaken

Schrijf dit op het werkblad dat is uitgedeeld.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Werkopdracht en werkplanning
Als je start met het klaarmaken van ruimtes, is het belangrijk om goed naar de werkopdracht van jouw leidinggevende te luisteren en vragen te stellen als je niet weet hoe het moet. Een werkopdracht moet vertellen welke taken jij moet uitvoeren.

Een goede werkopdracht geeft antwoord op drie vragen:
• Welke taken moet ik doen?
• Wat is de volgorde?
• Hoe lang doe ik erover?
• Waar moet het resultaat aan voldoen?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Werkopdracht en werkplanning
Meestal is het duidelijk wat je moet doen als je een werkopdracht krijgt. De klant heeft zijn wensen verteld of er is een instructie waarin staat hoe je de ruimte gebruiksklaar moet maken. Jij maakt dan zelf een werkplanning. In een werkplanning staat hoe je de taak gaat uitvoeren. 

In een werkplanning staat de volgende informatie:
• Welke deeltaken moet ik uitvoeren?
• In welke volgorde voer ik deze deeltaken uit?
• Hoe lang doe ik over het uitvoeren van de deeltaken?


Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Werkopdracht en werkplanning
Als je een hele grote werkopdracht krijgt, is het soms goed om de werkplanning op papier te schrijven. Maar vaak maak je de werkopdracht in je hoofd. Je kunt de taken indelen op voorbereiding, uitvoering en afronding.


Het luisteren naar de werkopdracht en het verzamelen van de juiste materialen horen bij de voorbereiding.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Werkopdracht en werkplanning

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 6
Maak opdracht 6 in het boekje + de woordenlijst.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 44 - Slide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
B -studenten
Kies nu samen een taak uit van opdracht 5.
• Verzamel de materialen om deze taak uit te voeren.
• Vertel aan de rest van de groep waarom je voor deze materialen gekozen hebt.
• Bespreek samen of jullie alle materialen verzameld hebben.


Slide 45 - Slide

This item has no instructions

REMINDER: IBO 8 + 9

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Bespreken opdracht 46

                      Wat heb je hier ingevuld?

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

V-studenten :
Opdrachten 54 en 55:
Lean werken bij materialen verzamelen! -> Praktijklokaal!

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?

B-leskaarten


1. Ik werk veilig voor mij zelf en mijn klanten, gasten of cliënten, doordat ik de verschillende veiligheidssymbolen ken;
2. Ik werk veilig, omdat ik de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen gebruik;
3. Ik verzamel de juiste materialen die nodig zijn voor mijn werktaak, doordat ik meest voorkomende schoonmaakmiddelen ken;
4. Ik luister actief als ik een werkopdracht krijg;
5. Ik stel vragen als de werkopdracht niet duidelijk is;
6. Ik maak een werkplanning voordat ik aan mijn taak begin.

Slide 49 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen behaald?

V-leskaarten


1.  Ik werk veilig, omdat ik de etiketten op schoonmaakmiddelen kan lezen;
2. Ik handel juist als er iets mis gaat bij het gebruik van schoonmaakmiddelen of materialen;
3. Ik werk lean bij het verzamelen van materialen;
4. Ik handel juist bij onverwachtse situaties bij werkopdrachten en werkplanningen.

 

Slide 50 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).

Slide 51 - Slide

This item has no instructions