Les 2: IBO 10 - woensdag 19 april 2023

IBO 10 - Les 2
1 / 49
next
Slide 1: Slide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

IBO 10 - Les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • Check-in
  • Vlogs?
  • De vorige les......
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • Leerdoelen
  • Leskaart B10.2: Schoonmaken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe gaat ie?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Eerste hulp bij vergiftiging:
Vraag op stage na wat de afspraken zijn!


Mogelijke afspraken:
  • Roep direct je leidinggevende, BHV-er of collega!
  • Bel 112 als het kind suf, bewusteloos of benauwd is na vergiftiging;
  • Bel in alle andere gevallen met de huisarts of huisartsenpost, vertel om welke schadelijke stof het gaat en volg hun instructies;
  • Neem of geef de verpakking of resten mee als het slachtoffer naar het ziekenhuis moet.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De ren-je-rot Quiz

Jullie krijgen dadelijk aan aantal quiz vragen met twee mogelijke antwoorden, A en B.
Weet jij het antwoord?
Ren zo snel mogelijk naar het vel (A of B) van jouw keuze.
Bij een fout antwoord val je af.
De winnaar is als eerste bij het laatste juiste antwoord.

De winnaar krijgt 5 minuten langer pauze!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1. Over wel werkproces gaat IBO 10?

A: 'Voert ondersteunende dienstverlenende taken uit in werk-, woon- en leefomgeving'

B. 'Maakt (werk)ruimtes klaar voor gebruik'

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2. Wat betekent dit gevaarsymbool?
A: Milieugevraarlijk

B: Bijtend

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

3. Wat betekent PBM
A: Persoonlijke Begeleiding Maatschappij

B: Persoonlijke BeschermingsMiddelen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

3. Als een kindje op jouw stageplek een beetje        drinkt van een poetsmiddel, dan.................

A: Hoef ik niets te doen een klein beetje is niet schadelijk.

B: Dan roep ik direct mijn leidinggevende, BHV-er of ervaren collega.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

4. Lean materialen verzamelen betekent 

A: Materialen verzamelen op een manier dat je geen tijd verspilt, zo weinig mogelijk loopt en geen fouten maakt.

B: Ergonomisch handelen bij het verzamelen van materialen.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Van deze beroepsopdracht leer ik....
Deze beroepsopdracht gaat over de taken die jij uitvoert om een ruimte klaar te maken voor gebruik. Dit kan bij de cliënt thuis, maar ook bij een instelling zijn. Je maakt de ruimte schoon en zet altijd alle meubels op de juiste plek terug. Zo zorg je ervoor dat de cliënten de ruimte weer kunnen gebruiken.

Bij deze beroepsopdracht horen leskaarten. Op de leskaarten staat wat je moet weten en wat je moet kunnen om deze beroepsopdracht uit te voeren. Ook staat op de leskaarten welk gedrag erbij hoort. Eerst ga je oefenen met de juiste manier van werken. Daar gebruik je de leskaarten voor. Daarna ga je dit in de (echte) praktijk uitvoeren. Daar gebruik je de beroepsopdrachten voor.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

IBO 10 Ruimtes klaarmaken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Werkprocessen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • Check-in
  • Stage- opdrachten
  • De vorige les......
  • Van deze beroepsopdracht leer ik....
  • Leerdoelen
  • Leskaart B10.2: Schoonmaken
  • Afsluiting

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 16 - Slide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Leerdoelen B 10.2
1. Ik maak ruimtes op de goede manier schoon, omdat ik de gouden schoonmaakregels ken;
2. Ik gebruik de juiste kleur microvezeldoekjes;
3. Ik gebruik microvezeldoekjes op de juiste manier;
4. Ik volg de juiste stappen bij het uitvoeren van de meest voorkomende schoonmaaktaken;
5. Ik werk ergonomisch.

 

Slide 17 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen V-leskaarten
1. Ik maak foutloos schoon, omdat ik de meest gemaakte schoonmaakfouten ken;
2. Ik volg het poetsschema bij schoonmaaktaken;
3. Ik werk op stage volgens de afspraken over ergonomisch werken;
4. Ik maak ramen op een veilige en juiste manier schoon.

Slide 18 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Rebus


  • Je krijgt van de docent een Rebus op papier.
  • Los de Rebus alleen op.
  • Ben je klaar? Meld je bij de docent.
  • Als de Rebus goed is krijg je een nieuwe opdracht. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

V- studenten

  • Maak opdracht 43 tot en met 53;
  • Vul de woordenlijst in;
  • Je mag samenwerken.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

V- studenten

  • Begin met leskaart V10.7: schoonmaken
  • Lees alle tekst door
  • Maak opdrachten 57 en 58

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Gouden schoonmaakregels
Om een ruimte klaar te maken, begin je met het schoonmaken van de ruimte. Er zijn veel verschillende schoonmaaktaken die je moet uitvoeren op jouw werk. Bij het uitvoeren van de schoonmaaktaken is het belangrijk om te letten op de ‘gouden schoonmaakregels’. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke schoonmaakregels ken je nog?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdracht 8 en 9.

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Noem de gouden
schoonmaakregels (opdracht 8)

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Gouden schoonmaakregels
  • Werk van boven naar beneden
  • Werk van schoon naar vies
  • Werk van droog naar nat
  • Werk naar de deur
  • Zet het meubilair en de eigendommen op de juiste plaats  terug

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Schoonmaakregels

Slide 27 - Slide

Tijdens het schoonmaken werk je in een vaste volgorde. Hierdoor zorg je ervoor dat je dingen die je hebt schoongemaakt opnieuw vies maakt. Deze regels zorgen voor een vaste volgorde.
Soorten vuil
Droog of losliggend vuil
Vuil dat je met het blote oog kunt zien liggen. Dit vuil is vrij eenvoudig te verwijderen door te vegen, af te stoffen of te stofzuigen. Je hebt hiervoor niet echt water nodig. Bijvoorbeeld: stof, zand, haren, papier, broodkruimels.

Aangehecht vuil
Het is heel belangrijk om aangehecht vuil zo snel mogelijk te verwijderen. Hoe sneller je erbij bent, hoe meer kans je hebt op succes. Bij aangehecht vuil denken we aan vingerafdrukken, aanslag van thee en koffie, modder, bloed en andere vlekken. Dit kan het best worden verwijderd door middel van water en schoonmaakmiddel. door te dweilen, te boenen of te schrobben.

Onzichtbaar vuil
Dat kunnen we met het blote oog niet waarnemen en bestaat uit micro-organismen. Deze bevinden zich overal: zowel op sanitair, geld, keukenmateriaal, als in de lucht en op het menselijk lichaam. Het verwijderen hiervan noemen we desinfecteren en gebeurt met een ontsmettingsmiddel. Door onze omgeving schoon te houden, voorkomen we besmetting. Bijvoorbeeld: bacteriën en schimmels.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Microvezeldoekjes
Bij veel verschillende schoonmaaktaken maak je gebruik van microvezeldoekjes.
Een microvezeldoek is een doek of doekje gemaakt van speciale stof. De naam zegt het eigenlijk al; het textiel is opgebouwd uit hele kleine vezels van polyester en nylon. Dit zijn als het ware kleine weerhaakjes die vuil kunnen weg schrapen.
Een microvezeldoek wordt zo gemaakt, dat er veel ruimte is voor vocht, vet en vuil tussen de microvezels. Microvezeldoekjes worden in het huishouden gebruikt bij het schoonmaken. Nog een voordeel van dit soort schoonmaakdoekjes, is dat je geen tot weinig schoonmaakmiddel hoeft toe te voegen bij het schoonmaken.

In de professionele schoonmaak worden verschillende kleuren microvezeldoekjes gebruikt. Elk doekje moet voor een bepaalde schoonmaaktaak gebruik worden. Zo wordt er hygiënisch gewerkt.


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdracht 10,11 en 12.

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

V- studenten

  • Leskaart V10.7 (bladzijde 12)
  • Lees alle tekst door
  • Maak opdracht 59 t/m 65 + 67 + woordenlijst
  • Klaar? Geef het aan mij door.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Meest voorkomende fouten
bij het schoonmaken

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

Veelvoorkomende fouten bij schoonmaak
Overmatig gebruik van schoonmaakmiddel:
Door te veel schoonmaakmiddel te gebruiken, beschadig je vaak je meubels en het laat alles plakken. Vaak is een klein drupje wel genoeg.

Oude spons of vaatdoekje gebruiken:
Een spons kun je beter maar twee of drie keer gebruiken, want anders is het gewoonweg een bron van bacteriën. Je kunt de spons voor gebruik het beste even een minuutje in de magnetron doen en zodra hij begint te stinken: meteen weggooien. Een vaatdoekje kun je op 60 graden wassen in de wasmachine.

Hetzelfde doekje gebruiken:
Alles met hetzelfde doekje poetsen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Veelvoorkomende fouten bij schoonmaak
Schoonmaken zonder handschoenen:
Schoonmaakmiddelen tasten je handen ontzettend aan door alle chemicaliën die er in zitten. Je kunt daarom beter rubberen handschoenen gebruiken bij de schoonmaak. En voor de vrouwen onder ons: je wilt je nagels natuurlijk ook mooi houden, door overmatig gebruik van schoonmaakmiddelen worden je nagels broos. Handschoenen aan dus!

Verkeerde volgorde:
Denk aan de gouden schoonmaakregels


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

Werkt er iemand van jullie in de professionele schoonmaak, bedrijf? Herkenbaar kleuren doekjes?

Vooral in professionele schoonmaak!

Proeve van bekwaamheid ook op gelet. Sommige bedrijven niet deze kleuren, dat kan. 

Waarom zijn deze kleuren doekjes er?
Schoonmaakplanning
Vorige periode heb je geoefend met schoonmaken. 
Je krijgt op stage ook altijd wel taken waarbij je moet schoonmaken. Het is goed als je hierbij zelf initiatief toont. 
Niet alles wordt elke dag schoongemaakt. Soms is er een schema op stage wanneer bepaalde dingen schoongemaakt moeten worden, soms ook niet. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Stappenplannen schoonmaaktaken
Om een ruimte schoon te maken voer je veel verschillende taken uit. Welke taken je precies uitvoert is afhankelijk van de ruimte. Want maak je een keuken klaar voor gebruik of een badkamer? Of maak je een activiteitenruimte klaar voor gebruik? Het kan zijn dat je moet stofzuigen en dweilen. Maar ook het sanitair of de wc’s poetsen kunnen een werktaak zijn. Als je een ruimte klaar moet maken voor een activiteit of vergadering, voer je weer andere taken uit.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

B-studenten, Opdracht 13
Werk in tweetallen. Jullie kunnen kiezen uit de volgende taken:

1. Stofwissen;
2. Dweilen; 
3. Ramen wassen; 
4. Toilet poetsen; (Marnik & Nigel R)
5. Koelkast schoonmaken; (Anne & Dawn)
6. Klam vochtig afnemen; (Alicia & Lennon)







Slide 38 - Slide

This item has no instructions

B-studenten, Opdracht 13
Maak een PowerPoint presentatie. 
  • Beschrijf in de presentatie wat jouw taak inhoud. 
  • Beschrijf wat je voor jouw taak moet doen aan voorbereiding, uitvoering en afronding. 
  • Denk aan de schoonmaakmiddelen en schoonmaakmaterialen die jij nodig hebt. 

Maak een duidelijk stappenplan. Dus wat moet je doen en in welke volgorde. Waar moet je op letten?

Voeg afbeeldingen toe die jouw uitleg ondersteunen.

We bespreken de PowerPoint presentaties in de klas.





Slide 39 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Maak opdracht 14 + woordenlijst (bladzijde 21)

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

B-studenten, opdracht 15
Werk samen met een andere student. Eén student gaat nu zelf oefenen met het vouwen van microvezeldoekjes. De student gaat zijn eigen tafel schoonmaken. Pak het microvezeldoekje van de juiste kleur en vouw deze voor de start goed. Nu ga je de opdracht uitvoeren. De andere student kijkt goed wat er gebeurd en geeft aan het einde een top en een tip.
 
Hierna ruilen jullie van rol.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Ergonomisch werken
Het is belangrijk om ergonomisch te werken tijdens het uitvoeren van jouw werk. Dit betekent dat je ervoor zorgt dat je geen pijn krijgt in je lichaam. Je kunt dat op verschillende manieren doen:
- De juiste materialen kiezen om mee te werken;
- De juiste houding aannemen tijdens je werk;
- Gebruik maken van transportmiddelen tijdens het inrichten van een ruimte.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Praktijkopdracht:  Ergonomisch werken
  • Je werkt in tweetallen aan deze opdracht en je gaat iets schoonmaken. 
  • Je docent vertelt je wat je gaat schoonmaken. 
  • Je gaat expres een verkeerde houding aannemen hierbij. 
  • Met andere woorden, je werkt met opzet niet ergonomisch. 
  • Je medestudent moet aangeven wat je fout doet en hoe je het beter kunt doen. 
  • Jullie wisselen elkaar af. 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions

Praktijkopdracht: Ramen wassen
Je gaat samen met andere studenten ramen wassen. Luister goed naar de instructie van jouw docent.
Denk aan de volgende dingen:
- Verzamel de juiste materialen;
- Zorg er voor dat je lean werkt (Bijvoorbeeld: alle materialen in één keer verzamelen, voer alleen dat uit wat gevraagd is, werk goed samen, werk foutloos en gebruik maar een beetje schoonmaakmiddel);
- Denk aan de veiligheid voor je zelf en aan de veiligheid van anderen;
- Werk ergonomisch.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen B-leskaarten behaald?
1. Ik maak ruimtes op de goede manier schoon, omdat ik de gouden schoonmaakregels ken;
2. Ik gebruik de juiste kleur microvezeldoekjes;
3. Ik gebruik microvezeldoekjes op de juiste manier;
4. Ik volg de juiste stappen bij het uitvoeren van de meest voorkomende schoonmaaktaken;
5. Ik werk ergonomisch.

 

Slide 47 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen V-leskaarten behaald?
1. Ik maak foutloos schoon, omdat ik de meest gemaakte schoonmaakfouten ken;
2. Ik volg het poetsschema bij schoonmaaktaken;
3. Ik werk op stage volgens de afspraken over ergonomisch werken;
4. Ik maak ramen op een veilige en juiste manier schoon.

Slide 48 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Poll

This item has no instructions