COPD herhaling

Astma COPD herhaling
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Astma COPD herhaling

Slide 1 - Slide

KAHOOT

Slide 2 - Slide

Antwoorden toets 
Chronic obstructive pulmonary diseases
De luchtstroom is in de longen is: dag aan dag belemmerd
Grootste risicofactor? 
Welk verschil is er op te merken bij astma? astma verloopt in aanvallen de luchtstroom is alleen belemmerd tijdens aanvallen





Slide 3 - Slide

Welke 2 aandoeningen vallen onder COPD?
  • Longemfyseem
  • Chronische bronchitis


 


Slide 4 - Slide

Longemyseem wat is er aan de hand?
Longblaasjes verliezen hun elasticiteit, ze gaan kapot en vloeien samen tot grote slappe blazen

Slide 5 - Slide

Chronische bronchitis wat is er aan de hand?
Dagelijks hoesten en slijmvorming
Toegenomen weerstand in de luchtstroom in de kleinste luchtwegtakjes, de bronchiolen, vooral bij het uitademen te voelen

Slide 6 - Slide

COPD wat gaat er mis?
Er is een blijvende ontsteking, met toegenomen slijmproductie in de grotere luchtwegen
Ontsteking zet zich voort in de kleinere luchtwegtakjes, vernielt de tussenwand tussen de longblaasjes, steeds hoesten maakt de schade groter, een bacteriële infectie, acute bronchitis maakt de schade nog groter
De lucht blijft opgesloten in de longblaasjes, aan het eind van de uitademing is er teveel lucht achter gebleven, de verse ingeademde lucht is niet meer in staat de lucht te vervangen, stoornis in de ventilatie
Door samensmelten van longblaasjes tot een grote blaas neemt ook het oppervlak af dat beschikbaar is voor het opnemen van zuurstof en daarom is er ook een stoornis in de diffusie
De vermindering van longblaasjes leidt ook tot vermindering van haarvaatjes in de longen
Bloed uit de longslagader heeft daardoor meer moeite om de longen te passeren
Druk in de longslagader neemt toe en de rechterharthelft raakt overbelast
Is per patiënt verschillend
COPD leidt uiteindelijk tot slechter werken van dwarsgestreepte spieren, ook de ademhalingsspieren gaan achteruit
 

Slide 7 - Slide

COPD symptomen?
Hoesten
Opgeven van sputum
Snel buiten adem raken bij inspanning
Inspanning wordt niet meer verdragen, afgenomen inspanningsintolerantie
Ademhaling kan gaan piepen (stridor)
Uiterlijk:
Ver uitgezette borstkas (tonvormig)
Cyanose in gelaat
Kortademigheid en verlengde uitademing

Slide 8 - Slide

COPD Medicatie?
Kortwerkende en langwerkende beta-adrenerge agonisten (luchtwegverwijders) hebben ontspannende werking op de gladde spiertjes in de bronchiolen, werken als adrenaline en sympatische zenuwstelsel. Door afname spierspanning gaan de kleinste luchtwegtakjes open staan
Inhalatie en verneveling om ter plaatse een hoge dosering te laten werken en minimale bijwerkingen te krijgen
Inhalatiecorticosteroïden kunnen excacerbaties wat terugdringen, of astmatische component (benauwdheid reageert goed op luchtwegverwijders)
Mond spoelen na inhalatie
Als medicatie onvoldoende helpt geven we orale corticosteroïden prednison
AB voor veelal bacteriële infectie

Slide 9 - Slide

COPD andere behandeling?
Zuurstoftherapie thuis, > 15 uur per etmaal verbetert de kwaliteit van leven en overleving door groter zuurstofaanbod aan de weefsels en gunstige invloed op de psyche
Tijdens een exacerbatie is zuurstofbehandeling nodig, om saturatie boven de 90% te houden
Operatief ingrijpen wordt zelden gedaan (verwijderen aangetaste delen of longtransplantatie)
Belangrijk is longrevalidatie gericht op activiteitenniveau, zelfredzaamheid en algemene conditie

Slide 10 - Slide

COPD Palliatieve fase?
Op gegeven moment lukt het de zieke longen (zuurstoftherapie en luchtwegverwijders) niet meer om alle CO2 uit te scheiden. CO2 stapeling met hoofdpijn, slaapstoornissen, gebrek aan concentratievermogen overdag en toegenomen slaperigheid met uiteindelijk coma  non-invasieve beademing met beademingskap zo kan de patiënt op krachten komen
Uiteindelijk kan de benauwdheid niet meer onderdrukt worden, prognose is slecht
Morfine s.c. of continu i.v.
Vertraagt overlijden en bestrijd de hoestbuien
Evt benzodiazepine (midazolam) kan sterven menswaardig en draaglijk maken

Slide 11 - Slide

Astma
Waarom de één wel en de ander niet? erfelijke aanleg
Waarom krijgt het ene kind veel meer aanvallen dan het andere kind? 
  • Leefomgeving, waaronder het rookgedrag van de ouders
  • Kinderen die later astma ontwikkelen hebben vaak dauwworm/constitutieel exceem
  • Voedselallergie
  • In iemands aanleg zit de neiging van de luchtwegen om snel en heftig te reagerenop allerlei prikkels


Slide 12 - Slide

Bij astma leidt prikkeling van de luchtwegen tot:

1 acute sterke verkramping van gladde spiertjes in de bronchiolen –bronchoconstrictie- gevolgd door
2 een steriele ontstekingsreactie waardoor het slijmvlies zwelt
3 toegenomen productie van stug en moeilijk op te hoesten slijm
Tijdens inademen worden de bronchiolen met het longweefsel mee opengetrokken
Tijdens de uitademing worden ze dichtgedrukt
Lucht zit gevangen en patiënt moet zich inspannen om de lucht eruit te krijgen
De uitademing is verlengd, geforceerd en piepend
Daar komt hoesten bij


Slide 13 - Slide

Moeilijke woorden:
  • dyspnoe 
  • saturatie
  • exacerbatie
  • adaptatie
  • stadia van COPD
  • X-thorax
  • CT-scan
  • spirometrie

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Learnbeat COPD
Integratieve opdracht

Slide 15 - Slide