(t3) Hoofdstuk 7 paragraaf 3

Planning:
  • introductie
  • uitleg: H7 paragraaf 3 blz. 98/99 veel verschillende identiteiten
  • maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3
  • nabespreken paragraaf 3
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • voorbeelden te noemen van nationale, regionale en lokale identiteit
  • voorbeelden geven van regionalisme en lokalisme
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • introductie
  • uitleg: H7 paragraaf 3 blz. 98/99 veel verschillende identiteiten
  • maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3
  • nabespreken paragraaf 3
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • voorbeelden te noemen van nationale, regionale en lokale identiteit
  • voorbeelden geven van regionalisme en lokalisme

Slide 1 - Slide

wat is identiteit?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

aantekeningen

Slide 4 - Slide

identiteit
  • Wat eigen is van iemand. Waar herken je hem/haar aan.
  • vaak opvallende kenmerken als taal en tratdities
  • voorbeeld: Friesland
  • eigen taal (fries)
  • fierljeppen als eigen sport
  • eten: Fryske Sûkerbôle = suikerbrood

Slide 5 - Slide

de Nederlandse identiteit
  • nationale identiteit: het beeld dat buitenlanders bijv. van Nederland hebben.
  • regionale identiteit: verschillen binnen een land. bijv. tussen Noord en Zuid Nederland 
  • voorbeelden: carnaval, friet i.p.v. patat, pulletjes, pielen of baby eendjes enz.

Slide 6 - Slide

regionalisme
  • Vasthouden aan eigen cultuur en geschiedenis
  • Verschillen binnen een land
  • Denk aan:
  • Gebruiken (carnaval)
  • Taal (dialecten)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

lokalisme
  • Gericht op je eigen gemeente of dorp
  • Verschillen binnen een provincie
  • Vaak meer afgesloten naar buitenwereld
  • Voorbeeld:
  • Urk
  • Volendam

Slide 9 - Slide

Kun jij deze kenmerken aan het juiste land koppelen?
Peru
Nederland
Frankrijk
Marokko
USA
China
Japan
Spanje
Italië

Slide 10 - Drag question

Kun jij deze kenmerken aan plekken in Nederland koppelen?
Limburg
Heel Nederland
Curacao
Utrecht
Volendam
Rotterdam

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

zelfstandig werken
lezen paragraaf 3 H7 veel verschillende identiteiten
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 3
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 98/99
  • werkboek blz. 114/115
aantekeningen = ook tekst die in de symbolen staat!
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau

Slide 13 - Slide

bonus opdracht!
  • luister bij de volgende pagina naar een aflevering van: Tussen kunst en kitsch
  • hoor de verschillende accenten die in de aflevering voorbij komen. Wat valt je op?
  • luister naar de bezoekers en naar taxateurs/beoordelaars.
  • Kan jij het Haagse accent eruit halen? tip: kijk daarvoor ergens na minuut 25? waar komt hij precies voor?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

wat valt je op aan de accenten en de mensen in de aflevering? bij welke minuut(en) was het Haagse accent te horen?

Slide 16 - Open question