Woordenschat H4 en 5

Nederlands
Vrijdag 4 maart
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Vrijdag 4 maart

Slide 1 - Slide

Leerdoelen vandaag
  • Je kunt uitleggen wat de betekenis is van de woorden. spreekwoorden en uitdrukkingen uit H5 woordenschat
  • Je kunt de spreekwoorden en uitdrukkingen uit H5 goed toepassen in zinnen
  • Je weet aan welke eisen een formele brief voldoet
  • Je kunt een formele brief verbeteren zodat hij aan de eisen voldoet

Slide 2 - Slide

Lesplan
  • Woordenschat: wat heb je geleerd?
  • Start schrijven zakelijke brief
  • Pauze
  • Vervolg schrijven zakelijke brief
  • Nieuwsquiz 

Slide 3 - Slide

De kogel is door de kerk
A
De oorlog is begonnen
B
De beslissing is eindelijk genomen
C
De bouw van de kerk is begonnen
D
De kerk is vernietigd

Slide 4 - Quiz

Het oog van de meester maakt het paard vet
A
Het werk gebeurt beter als de baas toezicht houdt
B
Paarden eten beter als de baas erbij staat
C
Van niets doen word je dik
D
Als de baas er niet bij is, eten de paarden teveel

Slide 5 - Quiz

Carolien laat zich ... .... niet van het brood eten
A
de hagelslag
B
het vlees
C
de kaas
D
het beleg

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'nering'?
A
Pijn
B
Ziekte
C
Tering
D
Handel

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'gezapig'?

Slide 8 - Open question

Maak een goede zin met het woord 'illustreren'

Slide 9 - Open question

Maak een goede zin met de uitdrukking: aan de tand voelen

Slide 10 - Open question

Maak een goede zin met het woord 'dubieus'

Slide 11 - Open question

Maak een goede zin met het woord 'moraal'

Slide 12 - Open question

Afronding woordenschat
  • Vrijdag 12 maart SO Woordenschat H4 en H5 (zie de exacte opdrachten in Magister)
  • De antwoorden van de opdrachten zet ik op Classroom
  • Quizlets met de woorden zet ik op Classroom 

Slide 13 - Slide

Vervolg schrijven
Repetitie toetsweek: schrijven
Toetsstof: theorie van H 1, 2, 4 en 5 Schrijven
Opdracht: schrijf een zakelijke brief. 
Onderwerp brief: je eigen kampvuurverhaal.
Verdere instructies volgen op de toets

Slide 14 - Slide

Wat moet je kunnen?
  • Je kunt een zakelijke brief schrijven met een goede opbouw
  •  Je kunt de regels voor een zakelijke brief correct toepassen
  • Je kunt goede zinnen en alinea's schrijven met weinig spelfouten 

Slide 15 - Slide

Wanneer schrijf je een zakelijke brief?

Slide 16 - Open question

Zakelijke brief
  • Tekstdoel: verzoeken, klagen of mededelen
  • Vaste indeling: inleiding, middenstuk en slot
  • Kort en beleefd (spreek de lezer aan met u!)
  • Begin nooit met 'ik'

Slide 17 - Slide

Opdracht
Maak nu opdracht 1 uit je boek (H5 Schrijven)
Maak alleen vraag 1 t/m 4
Je hebt 10 minuten de tijd

Slide 18 - Slide

Opdracht
  • Maak nu opdracht 2
  • De zakelijke brief staat op Classroom 
  • Je hebt 15 minuten de tijd

Slide 19 - Slide

Thuisopdracht volgende week
  • In de les van dinsdag of woensdag gaat de groep die thuis is, zelf een zakelijke brief schrijven.
  • De opdracht zet ik op Classroom.
  • In de les van vrijdag ga je de brieven met elkaar uitwisselen en van commentaar voorzien.  

Slide 20 - Slide