2.2: Meer dan 1 kracht

Goedemorgen!
Leg alvast je werkboek en een potlood klaar.
Vandaag gaan we kijken naar krachten die in evenwicht zijn.
Dit 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen!
Leg alvast je werkboek en een potlood klaar.
Vandaag gaan we kijken naar krachten die in evenwicht zijn.
Dit 

Slide 1 - Slide

Programma van deze les
  1. Terugblik op vorige les
  2. Nieuwe lesstof: Krachten in evenwicht
  3. Proef: kracht en uitrekking
  4. Zelfstandig aan de slag met opdrachten
  5. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Vraag 1
Noem een verschil tussen veerkracht en spankracht.

Slide 3 - Slide

Vraag 2
Wat is een vector?

Bonusvraag: Kun je naast kracht een andere vectorgrootheid noemen?

Slide 4 - Slide

Vraag 3: Waar ligt het zwaartepunt van de vogel in deze foto?

Slide 5 - Slide

Belangrijk!
Lees de vragen heel goed (zie opdracht 5).
Op welk voorwerp wordt de kracht uitgeoefend?

Nog een vraag: In welk figuur is Fz goed getekend?

Slide 6 - Slide

Voorbeeld: 1 kracht berekenen en tekenen
Lotte weegt 61 kg, hoe groot is de kracht die haar voet uitoefent op de balk?

Teken de kracht die haar voet uitoefent op de balk. Maak hiervoor eerst een krachtenschaal.

Slide 7 - Slide

2.2: Meer dan 1 kracht (deel 1)
Leerdoelen:

2.2.1  Je kunt 2 situaties beschrijven waarin een kracht evenwicht met de zwaartekracht maakt
2.2.2  Je kunt beredeneren hoe groot een kracht moet zijn om evenwicht te kunnen maken.
2.2.3  Je kunt de uitrekking meten van een veer waarop een kracht wordt uitgeoefend. 

Slide 8 - Slide

Zolang de kracht naar rechts even groot is als de kracht naar links blijven de deelnemers op hun plek.
250 N
300 N

Slide 9 - Slide

Normaalkracht
Een voorwerp dat op een sterk oppervlak staat, dan oefent dat oppervlak een kracht uit op het voorwerp. 
Deze kracht heet de normaalkracht, FN. 
Deze kracht staat haaks op het oppervlak dat de kracht uitoefent.

Slide 10 - Slide

Veerconstante


C = veerconstante in newton per meter (N/m)
F = kracht die aan de veer trekt in newton (N)
u = uitrekking van de veer in meter (m)
(vaak wordt de veerconstante ook aangegeven in N/cm, omdat dit vaak praktischer is bij het noteren van de waardes.)
C=uF

Slide 11 - Slide

Veerproef
  • Nodig: statief met veer, liniaal, potlood, ruitjespapier
  •  Stap 1: nulmeting, meet de lengte van de veer zonder gewicht. Deze lengte trek je straks van de totale lengte af om de uitrekking te vinden.
  • Stap 2: Hang 1 gewicht aan de veer en wacht op evenwicht. Meet de uitrekking en schrijf dit in een tabel.
  • Stap 3: Herhaal dit met 2,3 en 4 gewichten aan de veer.
  • Stap 4: Teken een assenstelsel op ruitjespapier en zet je resultaten hierin. Zet je meting (de uitrekking) op de verticale as en het aantal gewichtjes op de horizontale as.

Slide 12 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Wat: 2.2: Opdracht 1 en 2(kennis) en 4 (inzicht).
Hoe: Eerste 5 minuten stil, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.
Hulp: Lukt het niet? Vraag eerst je buur. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op.
Tijd: Zie timer.
Uitkomst: De lesstof komt terug op de toets en aan het eind van de les in de quiz!
Klaar: Laat je werk aftekenen. Daarna: verschillende keuzes. Lees in je leesboek, maak een samenvatting, of doe de moeilijkere opdrachten 5 en 6. 
Doe nog een eigen proef met veren: bijvoorbeeld, verandert de uitrekking bij het gebruik van 2 gelijke veren onder elkaar en de veerconstante? Wat als je twee veren naast elkaar gebruikt?

timer
1:00

Slide 13 - Slide

Afsluiting
Volgende les gaan we verder met 2.2 en gaan we kijken wat er gebeurt als er meerdere krachten in verschillende richtingen werken op een voorwerp.

Slide 14 - Slide