What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhalen h4 en h5 jong en oud
Herhalen h4 en h5 jong en oud
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhalen h4 en h5 jong en oud
Slide 1 - Slide
We starten met h4.
- je kan de lorenz curve aflezen
- je kan uitleggen hoe de lorenz curve verandert als de inkomensverschillen veranderen
- je kan het verschil tussen nivelleren en denivelleren uitleggen
- je weet het verschil tussen primair en secundair inkomen
Slide 2 - Slide
Wat geeft een Lorenz curve aan?
A
Hoeveel geld mensen verdienen.
B
Welk % van de mensen welk % verdient.
C
Hoe (on)gelijk het inkomen verdeeld is.
D
Hoe eerlijk het inkomen verdeelt wordt.
Slide 3 - Quiz
Hoeveel verdient de armste 40% volgens de Lorenz curve?
A
90% van het inkomen
B
10% van het inkomen
C
40% van het inkomen
D
20% van het inkomen
Slide 4 - Quiz
Hoeveel verdient de rijkste 20% volgens de Lorenz curve?
A
90% van het inkomen
B
10% van het inkomen
C
50% van het inkomen
D
20% van het inkomen
Slide 5 - Quiz
Wanneer is er een gelijke verdeling in de lorenz-curve te zien?
A
Als de lijn horizontaal is
B
Als de lijn verticaal is
C
Als de lijn diagonaal is
D
Als de lijn gebogen is
Slide 6 - Quiz
Kijk naar de grafiek.
Wat geeft de Lorenz curve
aan ?
A
de armste 30% van de mensen verdient 30% van het inkomen
B
de armste 30% van de mensen verdient 3% van het inkomen
C
de rijkste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
D
de rijkste 30 % van de mensen verdient 70% van het inkomen
Slide 7 - Quiz
Zet de juiste uitspraak bij het juiste stelsel
Inkomensongelijkheid wordt bij dit stelsel groter
Dit stelsel zorgt voor nivellering
Progressief belastingstelsel
Degressief belastingstelsel
Slide 8 - Drag question
Het primair inkomen bestaat uit....
A
rente, huur, pacht
B
loon en winst
C
loon, rente, huur, pacht, winst
D
netto loon en toeslagen
Slide 9 - Quiz
Het primair inkomen + ...... - belastingen en premies = secundair inkomen
A
toeslagen
B
sociale uitkeringen
C
kinderbijslag
D
toeslagen en sociale uitkeringen
Slide 10 - Quiz
Anna heeft €1.500 bruto loon en ontvangt een toeslag van €600. Ze betaalt €400 belasting. Hoeveel is haar secundair inkomen?
A
1.500-600+400=1.300
B
1.500+600-400=1.700
Slide 11 - Quiz
Ik snap h4 goed.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 12 - Poll
Je gaat nu h5 herhalen.
Slide 13 - Slide
Wat is inflatie?
A
Stijging van de prijzen
B
Daling van de prijzen
C
Stijging van de koopkracht
D
Het geld wordt meer waard
Slide 14 - Quiz
Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door de inflatie kan je...
A
meer kopen
B
minder kopen
Slide 15 - Quiz
Welke organisatie berekent de inflatie in Nederland?
Slide 16 - Open question
Wat is het tegenovergestelde van inflatie?
Slide 17 - Open question
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld iemand verdient.
B
Hoeveel iemand van zijn geld kan kopen.
C
Hoeveel supermarkten er in de buurt zijn.
Slide 18 - Quiz
Koopkracht meet ook wel je...
A
reële inkomen
B
nominale inkomen
Slide 19 - Quiz
Als het nominale inkomen procentueel meer toeneemt dan de prijzen, daalt de koopkracht ofwel het reële inkomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Anna gaat van €22.000 naar €24.000 salaris per jaar. Dat jaar stijgen de prijzen met 2%. Bereken de stijging van het nominaal loon in %.
A
24.000-22.000/24.000 x 100 % = 8,3%
B
22.000-24.000/24.000 x 100% = -8,3%
C
24.000 - 22.000 / 22.000 x 100% = 9%
Slide 21 - Quiz
Anna gaat van €22.000 naar €24.000 salaris per jaar (9%). Dat jaar stijgen de prijzen met 2%. Bereken de verandering van het reëele inkomen.
A
9-2% = 7, de koopkracht is gestegen
B
2-9% = -7%, de koopkracht is gedaald
Slide 22 - Quiz
Bert zijn koopkracht is 2% gestegen. De prijzen stegen dat jaar 4%. Hoeveel procent is zijn nominaal inkomen veranderd?
A
2-4=-2%
B
2+4 = 6%
Slide 23 - Quiz
Emily's koopkracht daalt met 1%. Haar salaris stijgt met 6%. Hoeveel procent zijn de prijzen gestegen?
A
6% - 1% = 5%
B
7%, want 6-7 = -1%
Slide 24 - Quiz
Het CPI is een
A
gewogen indexcijfer
B
ongewogen indexcijfer
C
gewogen, samengesteld indexcijfer
D
ongewogen, samengesteld indexcijfer
Slide 25 - Quiz
Het CPI staat voor
A
Centrale Prijs Instantie
B
Centrale Politie Informatiepunt
C
Consumenten Prijs Index
D
Consumenten Prognose Instantie
Slide 26 - Quiz
Welke categorie is het belangrijkste?
A
woning, de weging is het hoogst
B
verzorging, het prijsindexcijfer is het hoogst
Slide 27 - Quiz
Wat is juist?
A
de inflatie is per jaar, het CPI ook
B
de inflatie is ten opzichte van een basisjaar, het CPI per jaar
C
de inflatie is per jaar, het CPI ten opzichte van een basisjaar
Slide 28 - Quiz
de koopkracht neemt toe
de koopkracht neemt af
het loonindexcijfer is 102. Het CPI is 103
Slide 29 - Drag question
Het inkomen dat je in euro's verdient.
Je inkomen waarbij je rekening houdt met de inflatie.
Een indexcijfer dat de ontwikkeling van consumenten-
prijzen weergeeft.
De kwaliteit van je leven.
Nominaal inkomen
Reëel inkomen
Consumentenprijsindexcijfer (CPI)
Welzijn
Slide 30 - Drag question
Ik snap hoofdstuk 5 goed.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 31 - Poll
Haal nu een rekenstencil bij je docent op.
Slide 32 - Slide
More lessons like this
De koopkracht van je inkomen
January 2019
- Lesson with
18 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Economie voor vmbo
1.3 De prijzen rijzen de pan uit!
August 2018
- Lesson with
41 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
1.4 Het boodschappenmandje van het CBS
August 2018
- Lesson with
42 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
herhaling hoofdstuk 1
April 2023
- Lesson with
31 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Economie: prijzen, inflatie, koopkracht en CPI
December 2020
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, havo
Leerjaar 4
Jong & Oud hoofdstuk 5
23 days ago
- Lesson with
35 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
prijzen, inflatie, koopkracht en CPI
December 2020
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Economie: prijzen, inflatie, koopkracht en CPI
September 2022
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, havo
Leerjaar 4