warmte overdracht H5 par 4 5 6

1 / 40
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • cijfers terug
  • korte herhaling van de vorige lessen.
  • warmtetransport, wat is dat.
  • geleiding
  • stroming
  • straling
  • isolatie

Slide 2 - Slide

wat is de formule van koolstof-di-oxide
A
H2O
B
CO2
C
O2
D
CH4

Slide 3 - Quiz

Wat is de eenheid van de temperatuur in Nederland
A
graden Celsius
B
Fharenheit
C
Celsius
D
Kelvin

Slide 4 - Quiz

Wat is geen brandstof
A
Gas
B
Vuur
C
Hout
D
Benzine

Slide 5 - Quiz

Welke brandstof gebruiken we het meeste in huis?
A
hout
B
houtskool
C
benzine
D
aardgas

Slide 6 - Quiz

Hoe noemen we de metalen plaat die voor de warmte zorgt in de kamer
A
radiator
B
cv
C
open haard
D
thermostaat

Slide 7 - Quiz

4

Slide 8 - Video

00:29
Welke drie vormen van warmte transport zijn er

Slide 9 - Mind map

00:29
Warmte gaat van
A
een plaats met veel warmte naar een plaats met weinig warmte
B
een plaats met weinig warmte naar een plaats met veel warmte
C
links naar rechts
D
onder naar boven en weer terug, maar soms ook van boven naar onder en dan weer terug

Slide 10 - Quiz

01:28
Welk metaal geleidt de warmte het beste
A
ijzer
B
messing
C
koper
D
aluminium

Slide 11 - Quiz

01:28
Welk metaal geleidt de warmte het slechtste
A
ijzer
B
messing
C
koper
D
aluminium

Slide 12 - Quiz

Welke vormen van warmte transport zijn er?
  1. geleiding
  2. stroming
  3. straling

Slide 13 - Slide

Warmte transport
je ziet drie verschillende manier van warmte transport. hoe verplaatst de warmte zich?

Slide 14 - Slide

Geleiding
  1. Er is contact tussen twee vaste stoffen. De warmte gaat van de ene vaste stof naar de andere vaste stof.
  2. Bij één stof. De stof blijft op zijn plaats de warmte verdeeld zich over de stof.

Metalen zijn goede geleiders

Slide 15 - Slide

Hoe gaat de warmte als je een ijsklontje in je hand hebt
A
van het ijsklontje naar je hand
B
van je hand naar het ijsklontje

Slide 16 - Quiz

Stroming
de vloeistof of het gas verplaatst zich en neemt de warmte mee.
De warme stof gaat omhoog

Slide 17 - Slide

Straling
De warmte wordt afgegeven. De stof blijft op zijn plaats en er is geen tussenstof nodig voor straling.
De warmte kan zich over grote afstand verplaatsen (van de zon naar de aarde.

Slide 18 - Slide

Denkbeeldig proefje
Waarnemingen.
Waar kun je dichter bij de vlam komen (aan de zijkant of aan de bovenkant)?
Waar gaat de warmte heen?

Slide 19 - Slide

Waar kun je het dichtste bij de vlam komen?

Slide 20 - Open question

Waar stroomt de warmte heen?

Slide 21 - Open question

5

Slide 22 - Video

00:24
waar denk je aan bij warmte?

Slide 23 - Mind map

00:48
Wat is het verschil tussen warmte en temperatuur?

Slide 24 - Open question

01:54
Noteer de drie vormen van warmte transport.

Slide 25 - Open question

03:53
Welke kleur absorbeert de meeste warmte

Slide 26 - Open question

03:53
Welke kleur weerkaatst de meeste warmte

Slide 27 - Open question

Isolatie
Het tegenhouden van de warmte noemen we isoleren.

Je kunt isoleren om de warmte ergens binnen te houden (huis, warme kleren) maar ook juist ergens buitenn te houden (koolkast, koelbox)

Slide 28 - Slide

Wat betekent CV
A
celsius verwarming
B
centrale verwarming
C
centrale voortbeweging
D
centraal verhitten

Slide 29 - Quiz

Welke stof zorgt voor de warmte transport in de centrale verwarming
A
metaal
B
aluminium
C
water
D
ijzer

Slide 30 - Quiz

Wat voor soort warmte transport wordt door de centrale verwarming gebruikt
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 31 - Quiz

Wat voor soort warmte transport wordt voor het verwarmen van de aarde door de zon gebruikt
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 32 - Quiz

Wat voor soort warmte transport is er als je de radiator aanraakt
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 33 - Quiz

Wat voor soort warmte transport wordt door de centrale verwarming gebruikt
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 34 - Quiz

Welke trui wordt het warmste als de zon schijnt
A
een oranje trui
B
een donker rode trui
C
een licht rode trui
D
een roze trui

Slide 35 - Quiz

welke manier van warmte transport is er als je boven een vlam voelt
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 36 - Quiz

welke manier van warmte transport is er als je naast een vlam voelt
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 37 - Quiz

Welk ding zorgt er voor dat je iets koud houdt?
A
koelbox
B
winterjas
C
sok
D
muts

Slide 38 - Quiz

Als je een ijsje in de zomer wilt vervoeren, kun je dan een ijsmuts gebruiken?
A
nee natuurlijk niet, een ijsmuts houdt iets warm (je hoofd)
B
ja, natuurlijk wel, het houdt de warmte buiten

Slide 39 - Quiz

Wat heb je geleerd
  • korte herhaling van de vorige lessen.
  • warmtetransport, wat is dat.
  • geleiding
  • stroming
  • straling

Slide 40 - Slide