Herhaling Grieken

Herhaling H2. De Grieken 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H2. De Grieken 

Slide 1 - Slide

Welkom!
  • Log in bij LessonUp onder je EIGEN naam!

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Lesdoel
  • Herhalen
  • Aan het werk!
  • Afsluiten 

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
  • Weet je wat de belangrijkste begrippen zijn om te leren voor de toets

Slide 4 - Slide

Wat is een kolonie?
A
Een polis waar de burgers aan de macht zijn.
B
Een gebied van een land buiten het eigen land.
C
Zelfstandige staat bestaand uit één stad en omliggend gebied.
D
Een polis waar de adel aan de macht is.

Slide 5 - Quiz

Waarom gingen de oude Grieken koloniën stichten?

Slide 6 - Open question

Welke gebeurtenissen horen bij elkaar? 
In Griekenland was landbouw moeilijk...
Grieken verhuisden naar andere gebieden...
Een kolonie hoorde...
Door de Griekse koloniën...
...werd de Griekse cultuur overal bekend.
...en daarom vertrokken Grieken per schip.
...en stichtten daar een kolonie.
...bij Griekenland

Slide 7 - Drag question

Polis
Een voorbeeld van de culturele eenheid van de Grieken
Een kenmerk van stadstaat Sparta:
Kenmerk van stadstaat Athene:
Monarchie
Een stadstaat met eigen wetten en bestuur, wel onderdeel van Griekenland. 
Democratie
Alle stadstaten spreken dezelfde taal.

Slide 8 - Drag question

Mythe
Kolonie
Stadstaat
Indirecte democratie
Directe democratie 
Mensen stemmen zelf voor of tegen een plan. 
Een zelfstandige stad met een eigen regering en leger.
Mooie verhalen over goden om een gebeurtenis uit te leggen.
Stemmen op een partij die namens ons het land bestuurt.
Grondgebied van een Griekse stadstaat buiten Griekenland. 

Slide 9 - Drag question

Wat voor bestuursvorm had de stadstaat Athene?

Slide 10 - Open question


Wat betekent democratie? 
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 11 - Quiz

Wie is de baas in een monarchie?
A
Het volk
B
Rijke families
C
Een koning
D
Eén machtige man

Slide 12 - Quiz

Wat is een aristocratie?
A
Macht in handen van belangrijke mannen
B
Eén iemand aan de macht, door erfrecht
C
Eén iemand aan de macht, door geweld
D
Meerdere mensen aan de macht, door geweld

Slide 13 - Quiz

Welke zinnen zijn waar?
De grieken geloofden dat...
A
Er maar één God was
B
Dat Zeus op de Olympus woonde
C
De goden familie van elkaar waren
D
Een orakel een God was

Slide 14 - Quiz


Hoe heet het gebouw waarin de Grieken hun goden vereren?
A
Kerk
B
Tempel
C
Huis van God
D
Moskee

Slide 15 - Quiz


Hoe noem je heldenverhalen ook wel?
A
Sprookjes
B
Mythes
C
Legenden
D
Sagen

Slide 16 - Quiz

Aan het werk!
Wat kan je doen om je voor te bereiden op de toets?
  • Flashcards 
  • Oefentoets uit het werkboek
  • Samenvatting maken
  • Elkaar overhoren
  • Andere ideeën?

Slide 17 - Slide

Belangrijkste begrippen?

Slide 18 - Slide

Afronden
SUCCES MET LEREN!

Slide 19 - Slide