Les 3.2 Herhaling tekstdoelen, inleiding, kern en slot

Nederlands
Schrijfdoelen, inleiding, kern en slot
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
Schrijfdoelen, inleiding, kern en slot

Slide 1 - Slide

Planning
  • Welkom
  • Lesdoelen
  • Korte herhaling - schrijfdoelen
                                    - inleiding, kern en slot
  • Aan de slag 
  • Dilemma 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

  • weet je welke schrijfdoelen een tekst kan hebben
  • kun je uitleggen wat de functie is van een inleiding, een kern en een slot
  • heb je geoefend met het schrijven van een e-mail

Slide 3 - Slide

Wat is het tekstdoel van...

een handleiding?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 4 - Quiz

Wat is het tekstdoel van...

een cabaretstuk?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 5 - Quiz

Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje
Informeren
Instrueren
Overtuigen
Amuseren

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Wat is de tekstsoort van de tekst op de vorige slide?
A
aan aanmeldformulier
B
een advertorial
C
een instructie
D
een wervingstekst

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat is de tekstsoort van de tekst op de vorige slide?
A
een adviesrubriek
B
een column
C
een handleiding
D
een nieuwsartikel

Slide 10 - Quiz

Waar denk je aan bij
'de opbouw van een tekst'?

Slide 11 - Mind map

Inleiding
Kern
Slot
De schrijver trekt de aandacht van de lezer 
De schrijver trekt een conclusie

De schrijver geeft argumenten en tegenargumenten
De schrijver geeft een vraag mee aan de lezer
De schrijver motiveert het publiek om te blijven lezen

De schrijver noemt de oorzaak en de gevolgen

De schrijver kijkt naar de toekomst 
De schrijver kijkt naar de toekomst 

Slide 12 - Drag question

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?
A
met de deur in huis vallen
B
belangstelling wekken
C
met een inleiding

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt het onderwerp geïntroduceerd?
A
met de deur in huis vallen
B
belangstelling wekken
C
met een inleiding

Slide 14 - Quiz

Lees de 2 teksten.

Slide 15 - Slide

Wat denk jij dat het onderwerp is van de hele tekst 'veilig naar de kermis?'?
A
zweefmolens
B
veiligheid van kermisattracties
C
ernstig gewond
D
ongeluk

Slide 16 - Quiz

Wat staat behalve het onderwerp nog meer in tekst 'Veilig naar de kermis?'?
A
De aanleiding voor het schrijven van de tekst
B
een belangrijke vraag
C
een mening over het onderwerp
D
een voorbeeld bij het onderwerp geven

Slide 17 - Quiz

Wat denk jij dat het onderwerp is van de hele tekst 'De week van het zieke kind'.
A
Kindra is ziek
B
Kinderkanker
C
De week van het zieke kind
D
Kindra kan niet naar school

Slide 18 - Quiz

Aan de slag

  • Check de planning in Teams
  • Lees de opdracht in Taalblokken
  • Ga aan de slag met de e-mail aan Eva Visser
  • Alleen of samen
  • Volgende week: afmaken + bespreken met elkaar

Slide 19 - Slide

Dit ga ik onthouden van deze les:

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Slide