This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Classis 1E
die Lunae, IV mensis Ianuarii anni MMXXI
ANNUS NOVUS SIT FELIX ET FAUSTUS!
Slide 1 - Slide
Hodiē quid faciēmus?
- herhalen woorden
- wat heb je ook al weer geleerd
- voorbespreken opdracht
Slide 2 - Slide
dux, ducis (m)
A
koning
B
leider
C
spoedig
D
nacht
Slide 3 - Quiz
pugnō, pugnāre
A
gevecht
B
vluchten
C
schuld
D
vechten
Slide 4 - Quiz
cupiō, cupere
A
liefhebben
B
(graag) willen
C
(feest)vieren
D
verkopen
Slide 5 - Quiz
prope + acc
A
voor
B
in plaats van
C
dicht bij
D
achter
Slide 6 - Quiz
in equō sedent
A
de paarden zitten
B
hij zit op het paard
C
zij zitten op het paard
D
zij zitten op de paarden
Slide 7 - Quiz
mātrem fīlius amat
A
de moeder houdt van haar zoon
B
de zoon houdt van zijn moeder
C
moeder en zoon houden van elkaar
D
hij houdt van de zoon en zijn moeder
Slide 8 - Quiz
Equī Castoris et Pollūcis aquam bibunt.
Slide 9 - Open question
Dux Rōmānōrum cīvibus dīcit
Slide 10 - Open question
Clāmat ducis uxor
Slide 11 - Open question
Jullie hebben geleerd dat de zelfstandige naamwoorden in drie groepen in te delen zijn. De werkwoorden zijn ook in groepen in te delen, en wel in vijf groepen.
Hieronder staan tien werkwoorden, steeds in de vorm zoals ze in de woordenlijst staan. Kijk goed naar beide vormen (ik-vorm en hele werkwoord) en verdeel de werkwoorden dan in vijf groepen in het schema. Je moet goed letten op de streepjes boven de klinkers ("a" is in het Latijn een andere letter dan "ā").