H1 Nl en de wereld

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Terugblik

Nederland en de wereld

Welke afspraak is er in de
Europese Unie NIÉT gemaakt?

1. Vrij verkeer van kapitaal
2. Vrij verkeer van personen
3. Vrij verkeer van wisselkoersen
4. Vrij verkeer van goederen en diensten

Wat zijn Vreemde Valuta?

1. Buitenlands geld
2. Wisselkoers
3. Provisiekosten
4. Euro's

Als de wisselkoers van de euro stijgt:

1. verbetert onze concurrentiepositie
2. verslechtert onze concurrentiepositie
3. blijft onze concurrentiepositie gelijk

Synoniem voor wereldwijd handelsverkeer

1. globalisering
2. Invoerrechten
3. protectionisme
4. Concurrentiepositie

concurrentiepositie wordt NIET bepaald door...

1. loonkosten
2. kwaliteit
3. scholing
4. kwantiteit

Juist of onjuist?
Een hogere arbeidsproductiviteit leidt tot een slechtere concurrentiepositie.

1. Juist
2. Onjuist

Door goedkopere producten te produceren verslechter je de internationale concurrentiepositie

1. Eens
2. Oneens

Als wij iets verkopen naar het buitenland noem je dat:

1. Importeren
2. Exporteren
3. internationale handel
4. verkopen

Internationale handel is:

1. importeren
2. exporteren
3. doorvoeren
4. alle onder a, b en c genoemde dingen

Als de arbeidsproductiviteit in verhouding sneller stijgt dan de lonen, zullen de loonkosten per product

1. stijgen
2. dalen
3. gelijk blijven

Nederland is goed in productie van fietsen, Frankrijk in wijn en Italië in pasta. Hier is sprake van:

1. technische arbeidsverdeling
2. maatschappelijke arbeidsverdeling
3. internationale arbeidsverdeling
4. uitvoerende arbeidsverdeling

De EMU-landen zijn hetzelfde als de landen in de Europese Unie.

1. waar
2. niet waar

De werknemer gaat niet 50 maar 100 producten maken per uur.

Wat gebeurt er met de loonkosten per product?

1. Dalen
2. Stijgen
3. Blijven gelijk

Waarvoor staat de afkorting EMU?

1. Europese Mini Unie
2. Europese Motor Unie
3. Europese Monetaire Unie
4. Europese Middelen Unie

Wederuitvoer is 194,5 miljard

Totaal uitvoer goederen is 431,4 miljard

Bereken de wederuitvoer in procenten.

1. 45,1%
2. 45,10%
3. 45,2%
4. 45,20%

Welke stelling is juist?

1. 1% van het Nederlandse bbp wordt verdiend met wederuitvoer.
2. Nederland exporteert alleen goederen die in het buitenland zijn gemaakt.
3. NL verdient meer geld aan wederuitvoer dan aan export van Nederlandse producten.
4. Onze ligging aan de Noordzee maakt ons zeer geschikt voor wederuitvoer.