5 - Kunstbeschouwing toegepast - Theater & Herhaling

• Kunst Algemeen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

 5 - Kunstbeschouwing Modern - Theater & Herhaling

    21 november 2022

Planning

• Huiswerk bespreken
• Theater & cultuur van het moderne
• Herhaling van stof tot nu toe
• Huiswerk 

04:24

Wat was volgens jou "Episch Theater"? Kijk naar het gegeven antwoord uit je huiswerk, en schrijf het hieronder.

06:14

Er worden hier een aantal vormgevingsaspecten benoemt die uniek zijn voor Episch Theater, welke?

10:58

Het theatergenre dat Bertold Brecht benut is...

1. Melodrama
2. Absurdisme
3. Realisme
4. Slapstick

Theater & Cultuur van het Moderne

• Kunst & het gevoel:
• Les Ballets Russes (Verhalende dans en drama)
• Kunst & het vestand:
• Contructivistisch - Vsevolod Meyerhold (1874-1940)
• Methodacting - Konstantin Stanislavski (1863-1938)
• Kunst als boodschap:
• Variététheater - Futurisme
• Kritisch cabaret - Dada
• Socialistisch Episch Theater - Bertold Brecht (1898-1956)
• Kunst & Amusement: 
• Revue (Frankrijk) en Vaudeville (Verenigde Staten)

Dans

Beeldend

Muziek

Film

Theater

Arnold Schönberg

Martha Graham

Ernst Ludwig Kirchner

Bertold Brecht 

Nosferatu 

Contraction & release

Atonaliteit

Bonte & felle kleuren

Versterkt contrast licht & donker

V-effekt

Beeldend - Cultuur v.h. Moderne

Moderne Dans

Evolutie in Film

Muziek - Cultuur v.h. Moderne

Theater - Samengevat

Kunst & het gevoel:

Les Ballets Russes (Verhalende dans en drama)

Kunst & het vestand:

Contructivistisch - Vsevolod Meyerhold (1874-1940)

Methodacting - Konstantin Stanislavski (1863-1938)

Kunst als boodschap:

Variététheater - Futurisme

Kritisch cabaret - Dada

Socialistisch Episch Theater - Bertolt Brecht (1898-1956)

Kunst & Amusement:

Revue (Frankrijk) en Vaudeville (Verenigde Staten)

Huiswerk

Neem ART-History cultuur van het moderne is door. Welk werk trekt het meeste je aandacht?

Doe eens kunstbeschouwend onderzoek op dit kunstwerk. Beantwoord de volgende vragen in je schrift:

a) Welke discipline valt het onder?

b) Welke stroming?

c) Welke voorstellingsaspecten kun je benoemen?

d) Welke vormgevingsaspecten?