1. Je krijgt een proefwerk terug met een 10!
2. Je staat heel lang te wachten en er dringt iemand voor in de rij.
3. Je hebt heel slecht geslapen en je vriend of vriendin is super vrolijk.
4. Je hebt straks een presentatie en bent heel ongerust.
5. Je krijgt een proefwerk terug met een 3 terwijl je heel hard geleerd hebt.
6. Iemand leent iets van je zonder het te vragen.
7. Je huisdier is overleden.
8. Je bent verliefd.
9. Je hebt een goede daad verricht en bent trots op jezelf.