GYM 4 - maandag 31-8

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Pak je Nieuw Nederlands, schrift, opdracht tijd & structuur en evt. je leesboek

Vandaag:

1. Tijd en structuur: bespreken opdrachten
2. Nieuw Nederlands: leesstrategieën
3. Aan de slag!
4. Huiswerk + taalvout
   

Opdrachten TIJD & STRUCTUUR

Bespreken opdrachten.

Opdracht 1 a t/m e boekdossier

a. Je gaat in het verhaal op zoek naar vooruitwijzingen/ flashforwards. Beschrijf er
eentje en geef aan welke invloed die heeft op het verhaal.  

b. Komen in het verhaal flashbacks voor? Beschrijf er eentje en geef aan welke functie die heeft op het verhaal.

c. Samenhang ontstaat door herhaling van tekstelementen. Is de samenhang in jouw boek sterk – gemiddeld – zwak? Geef een toelichting met voorbeelden.

d. Bevat het boek één verhaallijn of zijn er meerdere verhaallijnen te onderscheiden? Leg je antwoord uit. 

Alles op een rij

Vertelde tijd:                                    de tijd die in het verhaal verstrijkt

Verteltijd:                                           leestijd

Chronologisch:                                 op volgorde van tijd

Niet-chronologisch:                       “overmorgen-vandaag-morgen”

Flashback:                                          terugblik

Flash forward:                                  vooruitblik

Versnelling:                                        tijd versnellen: ‘Drie uur later’

Vertraging:                                          tijd vertragen: extra benadrukken

Leesstrategieën

Welke leesstrategieën
zijn er?

Leesstrategieën

 Oriënterend lezen (onderwerp vaststellen, snel bepalen of iets bruikbaar is)​

 Globaal lezen (deelonderwerpen vaststellen)​

 Intensief lezen (de tekst goed begrijpen, hoofdzaken vinden)​

 Zoekend lezen (bruikbare informatie vinden)​

 Kritisch lezen (betrouwbaarheid beoordelen)​

 Studerend lezen (inhoud onthouden)

Oriënterend lezen

Oriënterend lezen

 Doel: onderwerp vaststellen, snel bepalen of iets bruikbaar is

Aanpak: Bekijk titel, inleiding, eerste alinea, tussenkopjes, illustraties, laatste alinea, auteur, publicatieplaats

Globaal lezen

Globaal lezen

Doel: deelonderwerpen vaststellen

Aanpak: Voorkeursplaatsen: eerste en laatste alinea’s en eerste en laatste zin van tussenliggende alinea’s 

Intensief lezen

Intensief lezen

Doel: de tekst goed begrijpen, hoofdzaken vinden

Aanpak: Helemaal lezen, moeilijke woorden opzoeken, zoeken naar kernzinnen en signaalwoorden, hoofdgedachte bepalen

Zoekend lezen

Zoekend lezen

Doel: bruikbare informatie vinden

Aanpak: Kijk naar anders gedrukte woorden, opvallende tekens.

Kritisch lezen

Kritisch lezen

Doel: betrouwbaarheid beoordelen

Aanpak: Stel vast; is de informatie juist, volledig, niet eenzijdig? Is de auteur deskundig? Etc.

Studerend lezen

Studerend lezen

Doel: inhoud onthouden

Aanpak: Lees oriënterend, globaal en intensief, maak overhoorvragen, maak een uittreksel, probeer je vragen te beantwoorden, lees je uittreksel door.​

Waarom zou je leesstrategieën gebruiken?

Aan de slag!

• Lees de theorie van blz. 11 Nieuw Nederlands boek.
• Maak opdracht 1 & 2 blz. 12.

Klaar? 

• Zoek een boek voor boekdossier 6. Boek bij? Ga lekker lezen!
• Je kunt ook verder met opdracht 3 van Nieuw Nederlands
• Afmaken samenvatting Laagland.

Volgende les

Huiswerk voor vrijdag: 

Afmaken opdracht 1 & 2 blz. 12 Nieuw NL

Neem je boek voor boekdossier 6 mee naar de les
Uiterlijk vrijdag titel doorgeven.

Vrijdag meenemen: Opdrachten tijd & structuur,

schrift en boek 6.

Opdracht 1 Nieuw Nederlands blz. 12

1 oriënterend/globaal

2 kritisch

3 intensief

4 globaal

5 studerend

6 zoekend

7 intensief

8 kritisch

9 studerend

10 oriënterend/globaal 

Opdracht 2

1. Door in het register te zoeken op 'tekststructuur'of 'tekststructuren'.

2. Op blz. 219 en verder.