GYM 4 - maandag 19-9 Perspectief + NN (leesstrategieën + schrijfdoelen)

Welkom!
Even offline overleven jullie wel.
 Telefoontjes in de tas, iPad dicht op tafel.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Even offline overleven jullie wel.
 Telefoontjes in de tas, iPad dicht op tafel.

Slide 1 - Slide

Vandaag:

  1. Bespreken opdrachten Perspectief
  2. Leesstrategieën + schrijfdoelen

  3. Aan de slag
  4. Huiswerk & TaalVout

Slide 2 - Slide

Bespreken opdrachten 'Perspectief'

Slide 3 - Slide

Lesdoel:
Na deze les:

Weet je welke leesstrategieën en schrijfdoelen er zijn.


Slide 4 - Slide

Welke leesstrategieën
zijn er?

Slide 5 - Mind map

Waarom gebruik je leesstrategieën?

Slide 6 - Slide

Leesstrategieën
 Oriënterend lezen (onderwerp vaststellen, snel bepalen of iets bruikbaar is)​

 Globaal lezen (deelonderwerpen vaststellen)​

 Intensief lezen (de tekst goed begrijpen, hoofdzaken vinden)​

 Zoekend lezen (bruikbare informatie vinden)​
 Kritisch lezen (betrouwbaarheid beoordelen)​
 Studerend lezen (inhoud onthouden)

Slide 7 - Slide

Oriënterend lezen
Doel: onderwerp vaststellen, snel bepalen of iets bruikbaar is

Aanpak: Bekijk titel, inleiding, eerste alinea, tussenkopjes, illustraties, laatste alinea, auteur, publicatieplaats

Slide 8 - Slide

Globaal lezen
Doel: deelonderwerpen vaststellen

Aanpak: Voorkeursplaatsen: eerste en laatste alinea’s en eerste en laatste zin van tussenliggende alinea’s 

Slide 9 - Slide

Intensief lezen
Doel: de tekst goed begrijpen, hoofdzaken vinden

Aanpak: Helemaal lezen, moeilijke woorden opzoeken, zoeken naar kernzinnen en signaalwoorden, hoofdgedachte bepalen

Slide 10 - Slide

Zoekend lezen
Doel: bruikbare informatie vinden

Aanpak: Kijk naar anders gedrukte woorden, opvallende tekens.

Slide 11 - Slide

Kritisch lezen
Doel: betrouwbaarheid beoordelen

Aanpak: Stel vast; is de informatie juist, volledig, niet eenzijdig? Is de auteur deskundig? Etc.

Slide 12 - Slide

Studerend lezen
Doel: inhoud onthouden

Aanpak: Lees oriënterend, globaal en intensief, maak overhoorvragen, maak een uittreksel, probeer je vragen te beantwoorden, lees je uittreksel door.​

Slide 13 - Slide

Schrijfdoelen & tekstsoorten

Slide 14 - Slide

Wat wordt er met een
'schrijfdoel' bedoeld?

Slide 15 - Mind map

Welke schrijfdoelen
ken je?

Slide 16 - Mind map

Uiteenzetting vs. beschouwing
vs. betoog:
Noem de verschillen

Slide 17 - Mind map

Wat is het verschil tussen een schrijfdoel en een tekstsoort?

Slide 18 - Open question

Als een auteur ervoor wil zorgen dat jij zelf een mening kan vormen, kiest hij voor een:
A
uiteenzetting
B
beschouwing
C
betoog

Slide 19 - Quiz

Schrijfdoelen
  1. Informeren: kennis over een bepaald onderwerp vergaren
  2. Overtuigen: een mening ondersteund met argumenten.
  3. Opiniëren/beschouwen: de lezer kan zijn eigen mening vormen aan de hand van de tekst.
  4. Amuseren: ter ontspanning.
  5. Activeren: de lezer moet iets doen. 

 






Slide 20 - Slide

Tekstsoorten
1. Uiteenzetting:
 Doel: informeren

 2. Beschouwing:
 Doel: opiniëren/beschouwen

3. Betoog:
 Doel: overtuigen.
















4. Spannend boek:
Doel: amuseren

5. Reclamefolder:
Doel: activeren

Slide 21 - Slide

Alles op een rij
  • Informeren (doel) --> uiteenzetting (soort): objectieve informatie 
  • Overtuigen (doel) --> betoog (soort): mening onderbouwen met argumenten
  • Opiniëren (doel) --> beschouwing (soort): je laat verschillende kanten van een onderwerp zien en zet daarmee de lezer aan het denken.

  • Amuseren (doel) --> roman (soort): lezer vermaken.
  • Activeren (doel) --> reclamefolder (soort): lezer aansporen.

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
  • Nakijken: opdr. 1, 2 en 3 (t/m p. 16) NN.
Zie antwoordboek in SOM.

  • Lezen: par. 3 (Tekstsoorten)
  • Maken: opdr. 4 (p. 17 t/m 19) --> kies bij onderdeel 3, 4 en 5 steeds drie woorden/woordgroepen. Pak de woorden die je écht niet kent!

  • Lezen boek



Slide 23 - Slide

Huiswerk & Taalvout
Maandag:
  • Boek boekdossier 6.
Maandag hebben we een leesles.

Dinsdag:
  • Neem een een krant of tijdschrift mee.

Huiswerk voor volgende week donderdag
  • Lezen: par. 3 (Tekstsoorten)
  • Maken: opdr. 4 (p. 17 t/m 19) --> kies bij onderdeel 3, 4 en 5 steeds drie woorden/woordgroepen. Pak de woorden die je écht niet kent!

DEADLINE boekdossier 6: donderdag 13 oktober.

Slide 24 - Slide