Poëzie

voorstellen 
Tanja Boute 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Les 3 Gedichten; weten wat rijm is. Eenvoudige gedichten begrijpen. Strofen. Benoemen wel/niet leuk

Items in this lesson

voorstellen 
Tanja Boute 

Slide 1 - Slide

Poëzie

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
In deze les leer je: 
  • wat poëzie is en waar je een gedicht aan kunt herkennen
  • wat een strofe is 
  • wat een rijmschema is
  • een paar verschillende vormen van gedichten herkennen
 

Slide 3 - Slide

Wat weet je al van poëzie?

Slide 4 - Mind map

Kenmerken van gedichten
  • De regels zijn niet volgeschreven; op de bladzijde is dus veel wit
  • Soms rijmen gedichten, soms ook niet
  • Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
  • Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten
  • In een gedicht wordt de taal soms anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht

Slide 5 - Slide

Lees het gedicht
VOOR DE KLAS
 
Ik wou dat ik een slak was
dan kroop ik in mijn huisje weg

een wandelende tak was
onzichtbaar in een kale heg

ik wou dat ik behang was
bij het plafond daar bovenaan

maar liever nog niet-bang-was
om dadelijk voor de klas te staan

Bas Rompa

Slide 6 - Slide

Welke kenmerken heb je in het gedicht herkend?
A
Het gedicht vertelt een verhaal.
B
Het gedicht gaat over gevoelens en gedachten.
C
In het gedicht zit rijm.
D
In het gedicht zit geen rijm.

Slide 7 - Quiz

Strofen
Teksten zijn verdeeld in alinea's, dat zijn stukken tekst die bij elkaar horen. Gedichten zijn vaak ook verdeeld in stukken. Deze stukken tekst noem je strofen. Tussen elke strofe zit een witregel.

Slide 8 - Slide

Lees het gedicht

Slide 9 - Slide

Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
Eén
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 10 - Quiz

Lees het gedicht

Slide 11 - Slide

Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
twee
B
drie
C
vier
D
vijf

Slide 12 - Quiz

Rijm
  • In veel gedichten zit rijm. Je spreekt van rijm als de klanken in de delen van woorden (lettergrepen) hetzelfde zijn.  

  • Bijvoorbeeld: school en rode kool of gedichten en zwaailichten.

Slide 13 - Slide

timer
2:00
Hoeveel woorden ken jij die rijmen op
het woordje: SCHOOL?
(typ ze onder elkaar)

Slide 14 - Mind map

Soms rijmen de woorden niet precies op elkaar, maar is de klank wel hetzelfde. 

Kijk maar naar het stukje songtekst hiernaast. 
Welke woorden rijmen niet precies, maar hebben wel dezelfde klank? 


Kom ik nog thuis of blijf ik slapen?
Zo zijn er nog wel duizend vragen.
Ik heb mijn ondеrgoed, mijn tandenborstel, 
luchtjе en mijn lader.
Want waarschijnlijk blijf ik slapen.
En slapen doen we niet, nooit, nauwelijks,
wij gaan iets opbouwen.
En waarschijnlijk blijf ik slapen.

Slide 15 - Slide

Rijmschema

Rijm kan op allerlei manieren voorkomen. Als de woorden aan het einde van een regel rijmen, noem je dat eindrijm.



Slide 16 - Slide

Opdracht
Lees het gedicht stil voor jezelf. 


Slide 17 - Slide

Welk rijmschema zou dit zijn?
Mijn leven is echt heel gewoon
een huis is waar ik woon.
Met een tuintje en een kat,
en er gebeurt nooit eens wat
Af en toe vangt de kat een muis,
en die brengt hij dan mee naar huis




Slide 18 - Slide

vormen van gedichten
Elfje
Limerick
Acrostichon
raptekst

Slide 19 - Slide

elfje
Lekker...
patatje mayo
een frikadel speciaal
broodje kroket met mosterd
snackbar

Slide 20 - Slide

limerick

Slide 21 - Slide

acrostichon (naamgedicht)

Slide 22 - Slide

raptekst 

Slide 23 - Slide

Oefenen maar! 
herken jij de dichtvorm? 

Slide 24 - Slide


A
elfje
B
limerick
C
gedicht met rijmschema
D
acrostichon (naamgedicht)

Slide 25 - Quiz


A
elfje
B
limerick
C
raptekst
D
acrostichon (naamgedicht)

Slide 26 - Quiz


A
elfje
B
gedicht met een rijmschema
C
raptekst
D
acrostichon (naamgedicht)

Slide 27 - Quiz


A
elfje
B
limerick
C
gedicht met rijmschema
D
acrostichon (naamgedicht)

Slide 28 - Quiz


A
elfje
B
limerick
C
raptekst
D
acrostichon (naamgedicht)

Slide 29 - Quiz

Aan de slag! 
Je kunt kiezen uit de volgende opdrachten: 
- schrijf zelf een elfje
- schrijf zelf een naamgedicht
- schrijf zelf een gedicht met een gekozen rijmschema
- ga lekker lezen in een van de gedichtenbundels 
(draag voor, schrijf over of laat voordragen door de docent)

(Tip voor een onderwerp: Zomer / EK / vakantie / school / hobby) 
timer
10:00

Slide 30 - Slide

Weet je nu.....
wat poëzie is en waar je een gedicht aan kunt herkennen?
wat een strofe is?
wat een rijmschema is?
een paar verschillende vormen van gedichten?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll