A3 - 3.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3: Chili

Paragraaf 1

Eerst even voorkennis opfrissen!

Seizoenen

• de aarde draait in één jaar om de zon.
• De aarde staat scheef --> zon beweegt tussen keerkringen.
•  Juni: zomer Noordelijk Halfrond 
• December: zomer Zuidelijk Halfrond

Midzomernacht (geen donker) + poolnacht (geen licht)

5 temperatuurfactoren:

1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3.  Ligging t.o.v. de zee
4. Koude of warme wind/zee
5. Ligging gebergten

Luchtstreken

• Tropische zone = warm, van evenaar tot keerkringen
• Gematigde zone = niet te warm/koud, van keerkring tot 66 gr.
• Polaire zone = altijd koud, vanaf 66 gr.

Tekening doorsnede aarde

Lage- en hogeluchtdrukgebieden

*whiteboard*

Chili

• Lang en smal land in Zuid-Amerika

•  Zuidelijk Halfrond --> winter in juni, zomer in december.

Klimaten in Chili

• Noord = Atacamawoestijn
• Santiago = mediterraan klimaat
• Zuiden = gematigd zeeklimaat
• Andes = hooggebergteklimaat

Tekening klimaatfactoren
in Chili

Waarom is het droog in het noorden?

Waarom is het nat in het zuiden?

*whiteboard*

Atacamawoestijn

• droogste plek op aarde --> oplossing: 'mist oogsten' ?

• Gevolgen uitbreiding woestijn:
  verlies vruchtbare grond + te weinig water mijnstadjes.

El Niño

Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=4YVHWA-a7S8

+

Tekening op whiteboard