Taalcompleet A1 thema 5 korte/lange klanken + meervoud

Leerdoelen
voor de vakantie:
1. Ik ken de namen van de verschillende lichaamsdelen 
2. Ik ken woorden met een korte klank
3. Ik ken woorden met een lange klank 


1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen
voor de vakantie:
1. Ik ken de namen van de verschillende lichaamsdelen 
2. Ik ken woorden met een korte klank
3. Ik ken woorden met een lange klank 


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Vandaag:
1. Ik ken woorden in het enkelvoud met een korte klank.
2. Ik ken woorden in het enkelvoud met een lange klank.
3. Ik ken woorden in het meervoud met een korte klank.
4. Ik ken woorden in het meervoud met een lange klank.

Slide 2 - Slide

schrijf woorden met een korte klank

Slide 3 - Mind map

schrijf woorden met een lange klank

Slide 4 - Mind map

Meervoud
Lidwoord: de                     het oog --> de ogen
Uitgang: -en/-s                de wang --> de wangen
                                                 de schouder --> de schouders

LET OP:
Bij een lange klank (2 dezelfde klinkers) + medeklinker: een letter weg: 
het oog --> de ogen
Bij een korte klank + medeklinker: een extra letter: de lip --> de lippen 

Slide 5 - Slide

Wat is het meervoud van
de nagel

Slide 6 - Open question

Wat is het meervoud
het oor

Slide 7 - Open question

Wat is het meervoud van:
de vinger

Slide 8 - Open question

wat is het meervoud van
het haar

Slide 9 - Open question

Opdracht
Luister naar het fragment.
  1. Vul de ontbrekende woorden in.
  2. Hebben de woorden een korte of een lange klank?
  3. Geef het enkelvoud van de woorden.
  4. Welke woorden in de tekst zijn enkelvoud? Wat is het meervoud?

Slide 10 - Slide