This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg paragraaf 4 (20 min)
zelfstandig werken (25 min)
Wat hebben we geleerd (5 min)
Slide 1 - Slide
Een grondstoffenfonds komt in actie als de prijs van een product zo ver afwijkt van het normale prijsniveau dat de opbrengst voor producenten in gevaar komt. Dat kan bij een te lage prijs zijn, maar ook bij een te hoge prijs.
In welk jaar koopt het grondstoffenfonds producten op?
A
2002
B
2006
C
2010
D
2014
Slide 2 - Quiz
In welk jaar verkoopt het grondstoffenfonds producten?
A
2002
B
2007
C
2010
D
2014
Slide 3 - Quiz
Wanneer is er sprake van een monocultuur in een land?
A
Als er voornamelijk maar één bevolkingsgroep leeft
B
Als er voornamelijk maar één godsdienst is toegestaan
C
Als er voornamelijk maar één product wordt geproduceerd
D
Als er voornamelijk maar één taal wordt gesproken
Slide 4 - Quiz
Victor en Rolf hebben het over kleding uit Bangladesh. Victor zegt: ‘De kleding uit Bangladesh zorgt voor een monocultuur. Het is hun belangrijkste exportproduct.’ Rolf zegt: ‘Als ze de kwaliteit van die kleding verhogen, kunnen ze hun ruilvoet verbeteren.’ Wie heeft gelijk?
A
Victor
B
Rolf
C
Beide
D
Niemand
Slide 5 - Quiz
Hoofdstuk 6.5
Een land in ontwikkeling
Slide 6 - Slide
leerdoel:
Je kan uitleggen welke invloed de lonen en de staatsschuld hebben op de ontwikkeling van ontwikkelingslanden.
6.5: een land in ontwikkeling
Slide 7 - Slide
Lage lonen in ontwikkelingslanden:
Bedrijven maken goedkope producten
Meer export
Werkgelegenheid stijgt
Arbeid deels door kinderen gedaan
Kinderen niet naar school
Armoede blijft
6.5: een land in ontwikkeling
Slide 8 - Slide
multinationals
Een multinational is een groot bedrijf met vestiging in meerdere landen
Ze vestigen zich in ontwikkelingslanden, want arbeid is daar goedkoop
Dit brengt daar werkgelegenheid en dus inkomen
6.5: een land in ontwikkeling
Slide 9 - Slide
Belastinginkomsten: zijn nodig om voorzieningen te verzorgen als zorg, onderwijs en infrastructuur. Multinationals
Hebben vaak speciale afspraken met landen om minder belasting te betalen
Gevolgen: geen geld voor infrastructuur, onderwijs en zorg
--> lees afb 32. bij vraag 3
6.5: een land in ontwikkeling
Slide 10 - Slide
6.5: een land in ontwikkeling
Slide 11 - Slide
Oorzaken van lage lonen in de spijkerbroekfabriek:
De groothandelaren die de broeken opkopen eisen
een lage prijs voor de spijkerbroeken.
De concurrentie met andere fabrieken is moordend.
Alleen met lage lonen kan de fabrikant de broeken
goedkoop aanbieden en de voordeligste op de markt zijn.
Er zijn heel veel fabrieksarbeiders. Omdat er altijd
genoeg arbeiders zijn die voor een laag loon willen
werken hoeft men minder zuinig te zijn op zijn personeel.
De fabriekseigenaar wil winst maken. Hoe minder hij zijn
personeel hoeft uit te betalen, des te meer hij zelf kan houden.
6.5: een land in ontwikkeling
Slide 12 - Slide
6.5: een land in ontwikkeling
maken 6.5 opdracht 6, 7, 8
Slide 13 - Slide
Herhaling vorige les:
Belastinginkomsten: zijn nodig om voorzieningen te verzorgen als zorg, onderwijs en infrastructuur. In ontwikkelingslanden wordt weinig belasting betaald door inwoners. Multinationals