ch. 5, gramm. H vraagwoorden en vraagzinnen havo2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vraagzinnen en vraagwoorden

gramm. H, chapitre 5

Vraagzinnen - hoe maak je ze?

er bestaan:  

a) vraagzinnen ZONDER vraagwoord 

b) vraagzinnen MET vraagwoord

A)Een vragende zin maken:

Je kunt in het Frans op twee manieren een vragende zin maken :

1. Gewoon een vraagteken erachter zetten en vragend uitspreken

Tu manges bien?

2. Est-ce que voor een zin zetten en een vraagteken erachter.

Est-ce que tu manges bien?

B)Een vragende zin met vraagwoord

 Vraagwoord + est-ce que + onderwerp + persoonsvorm?

voorbeelden:

Quand est-ce que tu arrives?

Pourquoi est-ce que tu viens?

Comment est-ce qu'elle s'appelle?

Qu'est-ce que tu vois?

 

Maak de zin op een andere manier vragend: Tu peux venir? Gebruik 'est-ce que'

Maak de zin op een andere manier vragend: Il va tomber? Gebruik 'est-ce que'

Maak de zin vragend: Il va tomber.

Maak de juiste combinaties van de vraagwoorden.

wie

wat

waar

wanneer

hoe

hoe veel

combien

où

qui

qu'est-ce que

quand

comment

Welk vraagwoord zoeken we?
..... tu t'appelles? Je m'appelle Robin.

1. combien
2. comment
3. quand
4. où

Welk vraagwoord zoeken we?
Tu habites ....? à Eindhoven.

1. combien
2. comment
3. quand
4. où

Welk vraagwoord zoeken we?
"Ça coûte ..................? Dix euros !

1. combien
2. comment
3. quand
4. où

Welk vraagwoord zoeken we?
Ton anniversaire est ....? C'est le 5 mars.

1. combien
2. comment
3. quand
4. où

Welk vraagwoord zoeken we?
C'est ....? C'est ta tante Sylvia.

1. qu'est-ce qui
2. comment
3. quand
4. qui

Herhalen, herhalen, herhalen....Tekst

Het werkwoord être

je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

suis

es

est

sommes

êtes

sont

vervoeg het werkwoord: avoir

il, elle, on

nous

vous

ils, elles

tu

j'

avons

ont

ai

avez

as

a

Sleep de juiste vertalingen van de ontkenningen naar elkaar toe. Sleep blauw naar rood!

niet/geen

nooit

niet meer

nog niet

niets

ne ... rien

ne ... pas encore

ne ... pas

ne ... jamais

ne ... plus

la bouche

la tête

la jambe

le nez

la main

le ventre

l'epaule

le genou

la fin

et 

et maintenant les devoirs...........

Les devoirs

- Oefen voor de luistervaardigheid (= do 18 apr.) met de luisteropdrachten die in het word-document staan. (in de studiewijzer Frans) .