Spelling H6: werkwoordsvormen en werkwoordstijden

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1


Vandaag...
- Herhaling Spelling H6: leestekens
- Theorie Spelling H6: werkwoordsvormen en werkwoordstijden




Leerdoelen:
- Ik kan de verschillende werkwoordsvormen herkennen en correct spellen
- Ik kan de verschillende werkwoordstijden herkennen en benoemen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1


Vandaag...
- Herhaling Spelling H6: leestekens
- Theorie Spelling H6: werkwoordsvormen en werkwoordstijden




Leerdoelen:
- Ik kan de verschillende werkwoordsvormen herkennen en correct spellen
- Ik kan de verschillende werkwoordstijden herkennen en benoemen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen Spelling H6

- Ik kan komma's correct gebruiken
- Ik kan dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken bij citaten
- Ik kan woorden met c, cc, ck, k en kk correct spellen

Slide 2 - Slide

Welk leesteken mist er in de zin?
Als je dat wilt moet je dat doen.
A
Aanhalingstekens
B
Komma
C
Dubbele punt
D
Uitroepteken

Slide 3 - Quiz

Komma
  • Tussen twee persoonvormen: Wanneer Simon haast heeft, kan hij heel hard rennen.
  • Tussen delen van een opsomming: Mijn etui is compleet. Er zit een pen, een potlood, een gum, een geodriehoek en een passer in.
  • Tussen een naam  of een uitroep. Thomas, sta nu stil!
  • Voor voegwoorden: Ik wil graag weer naar school, maar dat kan niet vanwege het coronavirus.

Slide 4 - Slide

Dubbele punt
  • een opsomming: De volgende onderdelen moet je leren: spelling, grammatica en begrijpend lezen.
  • een toelichting: Er zijn twee mogelijkheden: het gaat door of het gaat niet door.
  • een citaat: De viroloog zei: 'Het duurt nog een jaar voordat er een vaccin tegen covid-19 is.'


Slide 5 - Slide

Directe en indirecte rede
Directe rede: De docent zei: 'Vul je logboek in!'

Indirecte rede: De docent zei dat ik mijn logboek in moest vullen.

Slide 6 - Slide

Leerdoelen Spelling H6
- Ik kan de verschillende werkwoordsvormen herkennen en benoemen
-  Ik kan verschillende werkwoordstijden herkennen en benoemen

Slide 7 - Slide

 H6 Werkwoordsvormen

- Infinitief (inf) --> zitten
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PVTT) --> ik zit, 
   hij zit, wij zitten
- Persoonsvorm verleden tijd (PVVT) --> zat, zaten
- Voltooid deelwoord (VD) --> gezeten
- Onvoltooid deelwoord (OD) --> zittend
- Bijvoeglijk naamwoord (BN) --> zittende jongen

Slide 8 - Slide

Welke werkwoordsvorm is 'spreken' in de volgende zin?

Ik kreeg de leerling niet te spreken.

Slide 9 - Open question

Welke werkwoordvorm is 'versierd' in de volgende zin?

De woonkamer was feestelijk versierd voor zijn verjaardag.

Slide 10 - Open question

 H6 Werkwoordstijden

- Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT):
Iris loopt naar school.
- Voltooid tegenwoordige tijd (VTT):
Iris is naar school gelopen.
- Onvoltooid verleden tijd (OVT): Iris liep naar school.
- Voltooid verleden tijd (VVT): Iris was naar school gelopen.

Slide 11 - Slide

Benoem de werkwoordstijd.

Ik volg de les.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 12 - Quiz

Benoem de werkwoordstijd.

Ik had spinazie gegeten.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 13 - Quiz

Zet de zin in de voltooid tegenwoordige tijd:

Ik maak mijn huiswerk

A
Ik maakte mijn huiswerk
B
Ik ga mijn huiswerk maken
C
Ik heb mijn huiswerk gemaakt
D
Ik had mijn huiswerk gemaakt

Slide 14 - Quiz

Zet de zin in de onvoltooid verleden tijd:

Ik maak mijn huiswerk
A
Ik maakte mijn huiswerk
B
Ik ga mijn huiswerk maken
C
Ik heb mijn huiswerk gemaakt
D
Ik had mijn huiswerk gemaakt

Slide 15 - Quiz

(werkwoord)spelling lastig? 
Oefen extra met de brug!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide